139 eu theekoppen van vertind ijzer, vorken, lepels en mossen, een paar kleine kookpotten en eene trekpot. Ieder officier had een metalen drinkbeker en eene waschkom van tin of gewast linnen, welke tevens benut werd, om op marsch toiletbehoeften en andere kleine zaken te bergen. Levensmiddelen in blikkeu en dranken, meestal uitsluitend whisky, werden in de mess-bagage medegevoerd. Een stel schoone khaJci-klee ding, eene kwartiermuts, een paar schoenen, eenig ondergoed, tabak en eene kleine lantaarn met kaarsen voltooiden verder de bagage. De officieren droegen veelal een ontbijt op marsch bij zich in een kleinen broodzak, verder eene veldflesch, waaronder eene soort, van eboniet vervaardigd en met vilt bekleed, mij zeer practisch voorkwam, eene binocle en eene kleine boussole. Alles, wat in den bagagetrein moest worden vervoerd, was zoo practisch gemaakt en verpakt, hetzij in kleine, lichte doch stevige kisten of in overtrekken van gewast zeildoek, dat het gewicht tot een minimum was beperkt en toch ieder alle3 had, wat onontbeerlijk was, zonder de minste overtolligheid. Waar de snel heid der marschen het beperken der bagage noodzakelijk maakte, wisten zij zich uitstekend te behelpen ook wat voeding betreft, door hoofdzakelijk van kippen, vleesch, rjjst en meelkoeken te leven. Uit alles bleek mij, dat de Britsche officier op marsch niet spoedig het noodzakelijke zal ontberen en toch het gewicht zijner bagage tot zeer weinig weet te reduceereu. Trouwens hij doet in dit opzicht veel nuttige ondervinding op gedurende de talrijke binnenlandscho verloven, die men hem verleent en waarvan hij een groot deel op reis of op jacht in de onbewoonde bergstreken of wildernissen van Yóór-Indië doorbrengt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 152