145
De Madras- Cavalerie, aan welke dit wapen van gouvernements
wege verstrekt werd, had eene vrij zware lans met eene punt van drie
hoekige doorsnede, evenals eene bajonet; de Bombay-Cavalerie, die
zelve in de aanschaffing der wapens (met uitzondering der karabijn)
moet voorzien, had eene lichtere lans met platte punt. Officieren van beide
korpsen gaven de voorkeur aan eene lichte lans met driekantige punt.
Bewapening der Artillerie.
De Eur'opeesche en Inlandsche manschappen der Bergartillerie zijn
gewapend met eene sabel, gebogen als die der Cavalerie doch korter
het gevest heeft een enkelen beugel. Bovendien had iedere Europee-
sche batterij 18 Martini-Henri-karabijnen, waarvan eene teekening
voorkomt in de Manual of Mountain Artilleryiedere Inlandsche
batterij had 18 Snider-karabijnen. Deze karabijnen dienden tot be
wapening der wachthebbende manschappen en konden ook op marsch
door de kanonniers gedragen worden, doch werden dan gewoon
lijk, en in de batterij-stelling steeds, op de lastdieren geborgen.
B er qvuur monden.
De bergbatterijen in Opper-Burma hadden twee verschillende vuur
monden, naar het gewicht der granaat beide 7 ft genaamd, doch
naar het gewicht van den vuurmond onderscheiden als kanon van
400 ft. en 200 ft. Het zijn beide getrokken stalenvóórlaadkanonnen,
de eerste ongeveer even lang als onze 8 cM. Berg, de laatste echter
veel langer.
Gedetailleerde beschrijvingen met teekeningen van vuurmond, af
fuit, munitiën en gereedschappen zijn vervat in
Treatise on construction of Ordnance en Treatise on Ammunition
beide: Printed by order of the secretary of state for war. London.
W. Clowes and Sons L'. B. Charing Cross. Eene volledige opgave
der uitrusting is vervat inEquipment table for Mountain batteries
armed with 7 ft Rifled muzzle-loading guns of 400 and 200 ft 1884.
In meer algemeene trekken vindt men eene verhandeling daarover
in de Manual of Mountain Artillerydie ook eene gedetailleerde be
schrijving bevat van den afstandsmeter van Watkin.
10