146 ïn de volgende regelen zal ik mij derhalve bepalen tot eene korte mededeeüng van een en ander, meer bijzonder van hetgeen ik op merkte. De voornaamste gegevens omtrent beide vuurmonden en de munitiën zijn opgenomen in bijlage X. Omtrent de drachten, in verband mot de trefkans, zij opgemerkt, dat ik in de praclijk een zes-tal granaten en granaatkartetsen zag schieten uit het kanon van 200 op afstanden van 900 en 1000 yardswaarbij het mij voorkwam, dat de trefkans niet beter was dan van ons kanon van 8 cM. Berg. Batterij-commandanten deelden mij dan ook mede, dat op afstanden boven de 1400 yards de uit werking van den vuurmond niet meer krachtig kan genoemd worden en dat op eene zeer goede uitwerking slechts mocht worden gere kend tot op 800 yards. Is het kanon van 200 dan ook een zeer verouderde vuurmond, van het schroefkanon van 400 g; kan dit in geenen deele gezegd worden. De trefkans moet, naar mij verzekerd werd, tot op de grootste afstanden nog uitstekend zijn en dit is ook alleszins aan neembaar met het oog op de groote lengte van den vuurmond, de zware lading en het zware projectiel, in verhouding tot het kleine kaliber, en het geheel wegnemen der speelruimte, doordat de gas- schotel de volkomen aansluiting van het projectiel verzekert. De werkzame afstand is minstens te stellen op 2000 yards. Bovendien is de inrichting der buizen en richtmiddelen bijzonder goed. Algemeen geloofde men dan ook, dat dit kanon in ballistische eigenschappen de Krupp-vuurmonden van hetzelfde kaliber over treft en daarenboven nog het voordeel heeft van minder onderhevig te zijn aan beschadigingen, welke den vuurmond in het gevecht tijdelijk onbruikbaar maken, ofschoon werd toegegeven, dat de samenstelling uit twee afzonderlijke deelen op zichzelve een nadeel is. Die samenstelling uit twee deelen, ieder van 200 jg maakt het vervoer op muildieren mogelijk en de wijze van vereeniging van beide deelen voldeed zeer goed (zie fig. 13). Het bodemstuk is aan het vóóreinde uitwendig voorzien van een schroefdraad. Het mondstuk is aan de achterzijde omgeven door een stalen mof, welke vóór- en achterwaarts verschuifbaar is en waaraan zich de tappen bevinden. Deze mof heeft inwendig eene moer, die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 159