160
van het muildier gingen; en eindelijk een staartriem. Onder den
draagzadel werd geene deken gebruikt. De draagbok, van hout met
ijzeren beslagdeelen, rustte op den draagzadel en was met een over-
singel met riem vastgezet. De bok had voor iederen verschillenden
last een geëigenden vormde last werd of op het midden overlangs
gedragen (vuurmond van 200 ffi, beide deelen van het kanon van
400 ii', affuitlijf', as) öf wel aan beide zijden bevestigd (raden, munitie-
kisten, pioniergereedschap, gereedschapskisten). Het trok mijne aan
dacht, dat bij de eerste wijze van dragen de last zeer hoog kwam te
liggen, doordat de zadelkussens zeer dik en de houten bokken hoog
wareneen en ander was natuurlijk voor de stabiliteit en het gemak
bij het dragen een bezwaar, vooral bij sterk hellende wegen, als
wanneer de affuit van 400 ffi, die een vrij onhandigen en langen last
vormde, door een der kanonniers aan hét achtereinde moest worden
gesteund. Daartegenover stond echter, dat drukkingen bijna niet
voorkwamenbovendien zoo deelde mij een batterij-commandant mede
- was de groote hoogte van den bok noodig, om het doorbuigen van
de ijzeren bogen, die bij cenen lageren bok flauwer gebogen zouden
moeten zijn, te voorkomen, hetgeen van het grootste belang is, omdat
bij de geringste verbuiging daarvan eene ongelijke verdeeling van den
last en dus kans op drukkingen ontstaat. Bij de langere lasten, als
het mondstuk en de affuit van 400 tC, was eindelijk die hooge plaat
sing noodzakelijk, opdat het achterste uiteinde van den last het muildier
niet koude aanraken.
Bij het dragen van den last aan weerszijden hingen daarentegen do
munitiekisten zeer laag, waardoor de last eenigszins op de ribben
drukte; de batterij-commandant meende, dat deze lage plaatsing van
den last geschiedde, om tusschen de beide kisten ruimte te winnen
voor de uitrustingstukken van muildier en geleider. Alle lasten
werden met lederen stroppen aan de draagbokken bevestigd.
Het opladen en afnemen van vuurmond en affuit geschiedde vlug-
en geregeld; zoowel de Europeanen als de Inlandsche kanonniers
waren trouwens sterke menschen van groote gestalte, hetgeen voor
de Bergartillerie als een bepaalde eisch gesteld is. Het afnemen
en opladen van het kanon van 200 geschiedde met behulp der
wisscherstang, welke gestoken werd in de naar het kruis van het