169
aangevuld door aankoop van die dieren, vooral van ponies, en verder
van olifanten en ossen en door het in gebruik nemen van Inlandsche
ossenkarren. Eindelijk werden voor het vervoer stoomschepen en
Inlandsche vaartuigen op de bevaarbare rivieren gebezigd en werd
somtijds van koelies gebruik gemaakt.
Het militair personeel van den transportdienst bestond geheel uit
personen, vrijwillig van de verschillende wapens en korpsen inVóór-
Indië gedetacheerd. De chef van het expeditionnaire transportwe
zen behoorde tot het groote hoofdkwartier te Handalay. Onder hem
stond bij iedere brigade een officier als brigade-transport-officer, die
bijgestaan werd door eenige Europeesche en Inlandsche minderen voor
het toezicht. Behalve dit .vaste personeel zag ik b. v. bij de 3° briga
de een officier tijdelijk aaugewezen als beheerder van het transport
park te Pyinmana, terwijl de brigade-transport-officer zich te
Yamithin ophield. Het verdere personeel bestond geheel uit Inlandsche
„volgers" (geleiders, drijvers, oppassers, enz.).
De brigade-transport-officer stond rechtstreeks onder den Brigade
commandant.
Het personeel, de lastdieren en het materieel vormden bij iedere
brigade één geheel. Naar gelang van de behoefte werden daarvan
afdeelingen tijdelijk verstrekt, hetzij aan de Intendance tot opvoer van
vivres en andere benoodigdheden, hetzij aan den geneeskundigen dienst
tot afvoer van zieken en gewonden, hetzij aan uitrukkende colonnes tot
vervoer van vivres, bagage en reserve-munitie. Het transportpark
was bij de 3° brigade gesplitst in twee groote deelen te Pyinmana en te
Yamithin en drie kleinere afdeelingen te Hlinedet, Yindaw en Toung-
myo. De geheele samenstelling was (zie bijlage K) op 31 Januari 188.7
1 Europeesch officier, brigade-transport-officier,
I Europeesch officier (tijdelijk), beheerder van het transport
park te Pyinmana,
5 Europeesche onderofficieren
230 Inlandsche volgers (geleiders, drijvers, oppassers, enz.),
201 Muildieren,
216 Ponies,
36 Olifanten,
6 Inlandsche idem.
voor toezicht,
V tinAii rnAmnlir