170 198 Ossen, enkele voor het dragen van water, doch grootendeels tot het trekken van karren, en 43 Koelies voor het dragen van tandoe's. Hieronder zijn niet begrepen de transportmiddelen, welke eveneens tot vervoer van vivres en bagage bestemd waren, doch tot de for matie der troepenkorpsen behoorden, als Regiment Bombay-Lancers: 150 ponies en Batterij Bergartillerie 8 olifanten, terwijl bovendien aan een detachement Bereden Infanterie te Yamithin 32 draagpaarden voorgoed waren toegevoegd. Het aantal last- en trekdieren was dus voor eene macht van 4200 man aanzienlijk. Neemt men echter in aanmerking, dat de uiterste posten, door de brigade bezet, 10 dagmarschen van elkander- verwijderd waren, dat onophoudelijk tal van colonnes op marsch waren meestal voor geruimen tijd, dat tijdelijk vivres moesten wor den opgevoerd naar de Oostwaarts ageerende Shcm-column en dat bij dit alles de marcheerende troepen steeds van al het noodige voor zien waren, dat steeds aan alle eischen voldaan werd, terwijl de operation bijna nimmer eenige vertraging ondervonden, hetzij door gebrek aau transportmiddelen, hetzij doordat deze niet snel genoeg de colonnes konden volgen, dan geloof ik, dat de uitspraak gewettigd is, dat de organisatie van het transportwezen zeer goed is te noemen. De uitgaven, aan een zoodanig transportpark verbonden, werden dan ook bepaald ruimschoots opgewogen door het veel ruimer gebruik, dat hierdoor van de troepen kon worden gemaakt, en door de groote snelheid der operatiën. Veel hing daarbij af van de activiteit van den brigade-transport- officer, die in de brigade inderdaad eene zeer moeielijke en drukke betrekking had. Wat het opzichtvoereud personeel betreft, dit was ingedeeld bij de verschillende afdeelingen van het transportpark en werd verder aan grootere colonnes toegevoegd voor het toezicht op de behandeling en verpleging der dieren op marsch. Ouder hen stonden de Inlandsche volgers: 1 voor 3 muildieren of ponies eu 2 voor iederen olifant. Deze volgers waren allen aaugeworven personen uit Vóór-Indië. Naar mij werd medegedeeld, was het opzichtvoerend personeel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 183