eeoe belangrijke uitbreiding gegeven en bestonden dan ook geregelde stoomvaartverbindingen tusscheu de verschillende plaatsen langs die rivieren tot aan Bhamo in het Noorden. Telegraaflijnen verbonden de voornaamste plaatsen en met kracht werd op meerdere punten gewerkt aan een staatsspoorweg van Touugoo over Pyinmana, Yamithin en Hlinedet naar Mandalay, waardoor deze hoofdplaats met Rangoon zal verbonden worden. Ook was reeds begonnen aan de verbetering van enkele der belangrijkste wegen, zooals ik o. a. zag van Taungwengyi westwaarts naar de Irrawaddy en van Tountamyo naar Myingyan. Overzicht van mijn verblijf in Burma en Vóór-Indië. zie schets A.) Den 6™ Januari 1887 van Atjeh vertrokken, kwam ik den 20™ dier maand te Rangoon aan, vanwaar ik den 23en per trein naar Toungoo vertrok, om van hier den 25™ met een klein escorte Infanterie naar Gyobengtat en verder met Bereden Infanterie naar Nyingyan (of Pyinmana, zooals het sedert Februari officieel genoemd wordt), het hoofdkwartier der 3° brigade onder bevel van Brigadier-Generaal Lockhart, te marcheeren. Ik trof het bijzonder goed, met door Sir Frederick Roberts aan deze brigade te zijn toegevoegd, daar in dit deel van Opper-Burma de meeste operatiën plaats vonden en colonnes onophoudelijk op marsch waren. Na 5 marschdagen bereikte ik Pyinmana, waar de Generaal Lock hart den 31™ van eene excursie terugkeerde. ZHEdG. noodigde mij uit, mijn intrek ten zijnent te nemen en deelde mij mede, dat hij mij zeer spoedig in de gelegenheid zou stellen, eene excursie mede te maken. Ik bood mijn diensten aan bij de tochten, die ik zoude medemaken, waarop de Generaal mij welwillend bij order als staf officier bij de brigade indeelde en mij bij voorkomende gelegenheden eenige diensten, zij het dan ook van minder gewichtigen aard, liet verrichten. Met troepen dezer brigade maakte ik een tweetal tochten mede van 3 t/m 14 Februari en van 21 Februari t/m 18 Maart, welke hierachter en détail beschreven zijn. Op laatstgenoemden datum

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 18