193 Bijlage G. Extract (1) uit: „Orders, uit te vaardigen aan post- commandanten." Patrouilles. 1. Postcommandanten moeten dagelijks naar beide zijden patrouilles uitzenden tot op minstens 2 mijlen af stand van hunnen post. Oe sterkte der patrouilles moet minstens G geweren zijn. Zij moeten op verschillende uren uitrukken en nimmer twee dagen achtereen op hetzelfde uur. Mochten schoten worden gehoord, dan moet eene patrouille van minstens 10 geweren worden uitgezonden in de richting van het vuur en deze moet trachten, berichten in te winnen of hulp te verleenen aan de aangevallen afdeeling. Sterkte, in clen 2. De post moet steeds bezet blijven door 25 ge bost achter te weren, als zij 50, of door 20, als zij 30 geweren blijven. sterk is. Escorten. 3. Escorten moeten van post tot post worden ge geven in verband met punt 2zij mogen nimmer ver der dan den naastbijgelegen post worden medegenomen, alwaar zij door andere troepen worden vervangen. Rapporten. 4. Postcommandanten moeten van alle gelegenheden gebruik maken, om rapporten aaa de commandeerende officieren in te zenden omtrent ingewonnen berichten, verschoten munitie, gegeven escorten met vermelding van sterkte en datum, patrouillegang, doorgetrokken konvooien, toestand der wegen naar beide zijden van den post en der telegraaflijn, c. q. waar deze verbroken is, enz. Tolken. 5. Waar tolken of personen, die de taal kunnen spreken, aanwezig zijn, moeten zij steeds de patrouilles vergezellen en bij alle gelegenheden de dorpsbewoners ondervragen; deze moeten worden aangemoedigd, da gelijks mededeelingen te komen doen omtrent bewe gingen van dacoits. 13 (1) Zuiver huishoudelijke regelingen zijn weggelaten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 206