226 formatie van het leger gevoerd, kunnen zeker in het volgende jaar niet gemist worden; en blijft de werving in Indië gunstige resul taten opleverendan kan het zelfs wenschelijk geacht worden, naargelang ook het kader meer compleet wordt, het overcompleet nog eenigermate op te voeren. Door deze tijdelijke uitbreiding wordt de spoedige invoering van eene nieuwe organisatie der infanterie, waar omtrent voorstellen in Indië in bewerking zijn, mogelijk gemaakt, zoo dra er toe besloten is, daar uit voorloopige mededeelingen van het legerbestuur reeds gebleken is, dat die organisatie, gepaard gaande met uitbreiding der sterkte, in hoofdzaak versterking van het Inlandsche element -zal noodig maken. De som van f 700000 is zoo ruim be rekend, dat ook de kosten van het mogelijk boven de formatie be schikbaar komende kader daaruit bestreden kunnen worden, alsmede eenig te verwachten overcompleet aan Europeanen. Het is te hopen dat de hiervoren genoemde uitgaven het nut zullen afwerpen, dat men met eenig recht daarvan mag tegemoet zien. Tegenover deze verhoogingen van uitgaven stond eene besparing van f 180.000, veroorzaakt door de vermindering vau het aantal dwangarbeiders te Atjeh. Totaal bleef de raming, zooals daareven bleek, evenwel f 385000 boven die van 1887. Bij het doorbladeren der begrooting troffen ons verder nog de volgende punten. Als „aandeel in de kosten van den bouw te Amsterdam en de in lichting van een rijksmagazijn van geneesmiddelen" vinden wij uitgetrokken een post van f 60000, terwijl in 1887 voor hetzelfde doel reeds 20000 zijn uitgegeven. Behalve de saldo's, die van tijd tot tijd als „overschot" aan het moederland ten goede komen, ziet men dus dat op huishoudelijke wijze door dergelijke kleine tegemoet komingen de vriendschap wordt onderhouden. Yoor militaire pensioenen en gagementen is uitgetrokken 4910000, d. i. dus bijna vijf millioen gulden eene respectabele som voorwaar. Dit bedrag komt echter niet voor op de begrooting van oorlog, doch op die van financiën en is dus niet onder het totaalcijfer van 28 millioen begrepen. Wanneer men let op de bijzondere belangstelling, waarin de bajonet-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 239