227 vechtkunst zich tegenwoordig bij de infanterie verheugt, dan ziet men eenigszios vreemd op, wanneer men voor „het aanschaffen van enkele wapenstukkeu voor de bajonetvechtkunst" voor het geheele leger uitgetrokken viudt de som vanvijf en zeventig gulden. Het gewone materieel voor het bajonetveehten zal dus vermoe delijk uit een anderen post worden bekostigdmen zoude anders niet ver komen. Voor het aankoopen van troepenpaarden en muildieren bij de bereden wapens wordt gerekend op ruim 71000. Het is te hopen dat dit geld zal kunnen besteed wordeneene flinke aanvulling van paarden is hoog noodig. Zooals uit de toelichting op dezen post blijkt, moeten voor de cavalerie niet minder dan 259 paarden wor den aangekocht, op eene formatie van 700 paarden voorzeker een zeer groot getal. De luitenants-adjudanten bij de garnizoensbataljons der Wester- en der Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo hebbou elk eene toelage gekregen Van f 25 's maands voor de waarneming der functiën van auditeur-militair. Tot heden kregen zij die soin van tijd tot tijd als gratificatie. Het korps Pupillen te Ofombong kost f 158059. Wanneer men weet dat in de laatste 5 jaren gemiddeld jaarlijks 30 a 40 pupillen bij het leger werden ingelijfd, dau is dit ƒ4 a 5000 per op die wijze ver kregen soldaat; goedkoop zijn die pupillen dus juist niet. Het philan- thropische doel moet hierbij echter ook in aanmerking worden genomen. Officieren en minderen te Deli zullen ingenomen zijn met hunne toelagen van f 1,50 daags voor officieren, 0,50 adj. ond. officieren, f 0,065 Europeanen en Amboiueezen, f 0,03 Inlanders. De toelagen waren waarlijk reeds geiuimen tijd hoog noodig. Duurder en oncomfortabler garnizoenen dan ter Oostkust van Sumatra vindt men waarschijnlijk weinig in onze Indische bezittingen. Voorloopig Verslag en Memorie van Antwoord. Het Voorloopig Verslag van de commissie van rapporteurs uit de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 240