231 -
in Indië opleverde. Men deed intusschen wat mogelijk was tot be
vordering van de werving, en zoodra men er op die wijze in slaagde
het incompleet aan te vullen, ging men tijdig over tot hetgeen vroeger
nutteloos zou zijn geweest; in Juli 1886 werd de formatie uitgebreid
met 1500 man Amboineezen en andere Inlanders. Dat de Indische
Regeering niet vroeger overging tot den hierbedoelden maatregel was
dus geenszins een gevolg van onbekendheid met den toestand, waarin
het leger verkeerde.
„Aan het hierbedoelde voorstel van het legerbestuur was de opgaaf
ontleend, die in het Voorloopig Verslag in herinnering gebracht
wordt. Dat voorstel was sedert de concentratie in Atjeh niet het
eerste, dat het legerbestuur deed tot uitbreiding der formatie; immers
werden, blijkens het verhandelde bij de Indische begrooting voor
1886, reeds omstreeks het midden van het daaraan voorafgegane
jaar voorstellen gedaan tot aanzienlijke uitbreiding van het Amboi-
neesche element bij de infanterie, voorstellen die zoodra mogelijk wer
den ingewilligd, terwijl ten vorigen jare, toon het legerbestuur in over
weging gaf het garnizoensbataljon van Sumatra's Oostkust dusdanig
te versterken, dat daarbij 600 man beschikbaar kwamen voor mo
biele colonnes, terstond de daartoe vereischte machtiging werd ver
leend.
„Over reorganisatie der infanterie heeft sedert eenigen tijd eene
gedachten wisseling plaats met het legerbestuur, en in een zijner
brieven heeft de onlangs afgetreden legercommandant ook het adres
omtrent het Indische leger ter sprake gebracht, dat door een lOOral
Nederlanders aan den Koning werd ingediend. Die brief zou op
zichzelf afgescheiden van de overige correspondentie niet geschikt
zijn om meer licht te verspreiden.
„Ongetwijfeld wordt de toestand van het Indische leger door de
aflevering der afgeëxerceerde recruten gaandeweg verbeterd, zoodat van
lieverlede met minder moeite dan vroeger in de eischen van den dienst
kan worden voorzien; de ondergeteekende houdt zich overtuigd dat dit
„naar behooren" kan geschieden. De in de Memorie tot toelichting
dezer begrooting medegedeelde motieven, die ten grondslag liggen aan
's legerbevelhebbers voorstel, om in het aanstaande jaar gecombineerde
manoeuvres te doen plaats hebben waaraan vier veldbataljons, in