232
Midden-Java gelegerd, zullen deelnemen en de omstandigheid
dat de commandant der militaire afdeeling, aan wiens toezicht die
bataljons zijn toevertrouwd, meende de manoeuvres reeds dit jaar te
kunnen houden, wijzen duidelijk op de overtuiging, dat de algemeene
toestand van hot leger in den laatsten tijd beter wordt dan hij sedert
jaren geweest is. Door het afexerceeren van een groot getal Inlan
ders en door een stijgend overcompleet aan Europeanen worden se-
deit Augustus jl. gaandeweg meer veldbataljons geschikt gemaakt
en gereed om in hun geheel uit te rukken."
Men kan het der Regeering in Nederland zeker niet euvel duiden
dat zij, waar gunstiger berichten uit Indië komen, daarvan gebruik
maakt tot bestrijding van naar hare meening te donker gekleurde voor
stellingen. Waar, zooals bij deze begrooting, veel voor het leger ge
daan wordt, zou men niets liever wenschen dan dat daarvan ook
eenig resultaat werd verkregen.
Toch is de verbetering, die de Mem. v. Antw. reeds als zoo goed
als zeker vermeldt, tot heden nog slechts in geringe mate ver
kregen; het aantal slagvaardige veldbataljons is nog niet grooter
dan nu een jaar geleden en de herhaalde gelegenheden dat men zelfs
die slagvaardige bataljons heeft moeten plunderen ten behoeve van
Atjeh, om ze weer met nauwelijks afgeëxerceerde recruten van de
depots aan te vullen, doet niet voorzien dat men er spoedig meer
zal hebben tenzijde beri-beri te Atjeh vermindere.
Dat is de hoofdfactor, die tegenwoordig den toestand van het
leger beheerscht, zelfs in zoodanige mate dat men kan zeggen dat de
bruikbaarheid en slagvaardigheid van het leger thans nog meer eene
quaestie van sanitairen dan van militairen aard is. Toen de com
mandant der 2" mil. afdeeling op Java reeds ten vorigen jare het
houden van groote manoeuvres mogelijk achtte, was de beri-beri af
nemend; Prof. Pekelharings desinfectiemethode gaf aanvankelijk
succes, de hoop herleefde dat men wellicht het ergste doorstaan had.
Maar in het laatst van 1887 moesten alle illusiën weder verdwijnen en
de getallen der thans met elke boot van Atjeh geëvacueerde beri-beri-
lijders zijn maar al te droevige bewijzen dat ook die methode onmachtig
is. Ook de vermeerderde aanvibhng is tegen zulke verliezen niet
bestand en wij verkeeren ook thans weder in den ouden treurigen