11 o a. Taungwengyi en Yindaw waren omgeven door een vierkanten of rechthoekigen aarden wal met breede voorliggende droge of natte gracht, doch zonder flankement. Alle dorpen waren afgesloten door doornheggeu of bamboepagarswaar zij door dacoits verdedigd werden, bezigden deze somtijds de massieve wielen der Inlandsche karren (zie fig. 3), die natuurlijke schietgaten opleverden, tot dekking tegen ge weervuur en maakten zij steeds een ruim gebruik van randjoes van bamboe. Eene versperring, die op 7 Februari flauwelijk verdedigd werd bij den tocht naar Saikpoudoung (zie fig. 1), was zeer goed gelegen; de heuvels aan beide zijden waren nagenoeg onbeklimbaar, zoodat de aanvaller tot het voetpad langs het beekje beperkt was; op het punt, waar de voorhoede zich bij de eerste schoten vermoe delijk in de breedte zoude ontwikkelen, was het terrein rechts en links met randjoes beplant. De borstwering zelve (zie fig. 4) was hoogst eenvoudig, bestond uit een aarden walletje, waarop eenige zware teakstammen waren gelegd, en bood afdoende dekking tegen geweervuur en granaatscherven. In de onderzijde der bovenste teak stammen waren 13 schietgaten gekapt. De terugtocht was goed verzekerd. Hadden de verdedigers langer stand gehouden en ook de nevenliggende heuvels bezet, dan zoude de colonne aanzienlijke verliezen hebben kunnen lijden. Op enkele plaatsen werden echter betere versterkingen aangetroffen, o.a. te Koedoes in het Taungwengyi-district, waar door de rlacoits eene vierkante redoute zonder flankement van zeer zware palissaden was opgericht. Vóórdat tot de bestorming van deze versterking werd overgegaan, werd zij door de Artillerie met granaten beschoten ten gevolge waarvan de verdedigers haar ontruimden. Algerneene beginselen in Opper-Burma gevolgd tot onderdrukking der onlusten. Bijzondere instructiën voor het optreden der troepen gegeven. Verhouding van civiel en militair gezag. Sedert de aankomst in Opper-Burma van de in October en November 1886 daarheen gezonden troepen van de Bengal- en Bombay-legers, werd aldaar een stelsel van occupatie en repressie gevolgd, dat veel overeen komst heeft met het stelsel, door Generaal Van der Heijden in 1879, 1880

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 24