234
dat, toen in 1868 het handgeld verhoogd werd, het aantal deserteurs
plotseling aanzienlijk steeg. Ver van de waarheid zal ik dus wel
niet zijn, als ik stel, dat er jaarlijks zich 300 dergelijke oplichters
onder de recruten bevinden. Naar de mate van f 100 per man
wordt dus het Gouvernement jaar in, jaar uit, voor f 30000 be
stolen. Ook uit dit oogpunt schijnt mij derhalve herziening der
bepalingen betreffende de desertie bepaald noodig."
De Minister antwoordde dat hij dat ook zoo bedoeld had.
Voeding van den soldaat.
Hierover had de volgende discussie plaats
De heer Kielstra: „Ik wensch een oogenblik stil te staan bjj de
mededeeling des Ministers, dat „de geheele voeding van het Indisch
leger zoo geregeld is, dat zij geacht kan worden niets te wenschen
over te laten, zooals door den legercommandant ten vorigen jare uit
drukkelijk verklaard werd naar aanleiding van een speciaal onderzoek".
„Ik zou niet gaarne willen verklaren, dat de voeding onzer sol
daten bepaald te wenschen overlaat. Maar zóó stellig het tegendeel
te verklaren als de legercommandant volgens 's Ministers mededeeling
gedaan heeft, dat, Mijnheer de Voorzitter, zou ik evenmin gaarne
doen. En dan moet ik vragen, of de legercommandant wel bevoegd
is, zoodanige verklaring af te leggen?
„De tarieven der voeding toch berusten in Indië niet op weten
schappelijke gronden, zooals bij de Europeesche legers. Proefnemin
gen, met het doel om de normaalcijfers voor de voeding van Euro
peanen en Inlanders vast te stellen, zijn tot dusver nog niet geno
men. Do compagniescommandanten in Indië weten niet, in welke ge
wichtsverhoudingen verschillende levensmiddelen elkander kunnen
vervangen.
„Hoe kan men, zoolang dus het voedingsvraagstuk in Indië nog in
zijne kindsheid verkeert, nu verklaren, dat de voeding voldoende is?
Dat gaat mijn begrip te bovenIk meen dat het èn in het belang
van den soldaat, èn in dat van 's land financiën zal zijn, indien men
zich niet bij de geruststellende verzekering van eonen legercomman
dant neerlegt, maar de quaestie der voeding onzer soldaten beschouwt
als een wetenschappelijk vraagstuk, dat nog op zijne oplossing wacht.