243 liggen. Huisbedienden sluiten van hun kamer niet alleen 's nachts de deur maar ook het luik, zoodat er in 't geheel geen versche lucht doordringt. Kampongbewoners sluiten 's avonds alle deuren en vensters dicht, enz. Men heeft wel eens beweerd dat een van de oorzaken der beri beri te vinden was in de koude nachtlucht en dientengevolge moeten dan ook o. a. in de kazernes van het lle Bataljon Infanterie op hooger last 's avonds alle ramen gesloten zijn. Indien deze bewering waarheid bevat cn dit is wel waarschijnlijk, behoeft men niet te vragen naar de groote, misschien wel voornaamste oorzaak van de verspreidiug dezer noodlottige ziekte. Laten wij b. v. eens het bataljon Barisan van Madoera nemen, dat onlang3 naar Atjeh moest vertrekken, maar snel wegens buiten gewoon verlies aan dooden en zieken terug moest keeren. De man schappen van dit bataljon kwamen van uit hun land plotseling in de vreemde omgeving van een schip. Gekweld door zeeziekte, ver driet van het afscheiduemen van het land hunner geboorte, onder den invloed van eene vreemde, alles behalve ruime voeding (daarover straks), waren zij natuurlijk geheel abnormaal. Nu laat men deze menschen gedurende eene kleine veertien dagen op het dek van een schip, zoogenaamd tegen regen en zou beschut, maar inderdaad aan alle klimaatwisselingen en vochtigheid blootgesteld, de reis naar Atjeh maken, debarkeert hen daar en is nu nog verwonderd dat de beri-beri onmiddellijk haar klauw op deze geheel in wanorde ge brachte lichamen slaat en binnen een korten tijd een groote hoeveel heid slachtoffers eischt. Men moet voorwaar wel optimistisch zijn, om zulk een resultaat niet vooruit te verwachten. \olgens mijne bescheiden meening zou het artikel omtrent de ligging voor de 3e en 4e klasse als volgt moeten luiden: «Eene geschikte ligging tusschendeks, dat 1.85 M. hoog moet „zijn. Elk man heeft recht op een slaapplaats, lang 3.00 M., breed „0.50 M. (de lengte is natuurlijk zoo groot genomen met het oog „op den doorgaug). Deze slaapplaats zal bij Europeesche militairen „voorzien zijn van een hangmat, bij Inlanders van een tikar of mat. „Ingeval van nood, ter beoordeeling van het legerbestuur, kan „op een wacht aan hot dek gerekend worden tot een sterkte van J

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 268