256 -
het f daarvan goed rond te komen. Hij neemt nu voorschot en
maakt hiervan een spaarpotje voor den ouden dag.
Uit dit oogpunt beschouwd, is het voorschot in het geheel niet te
verdedigen, want de rente, die de betrokken persoon voor zijn geld
krijgt, wordt dus eigenlijk door deu lande betaald. Al valt er dus
niets te zeggen op den officier, die enkel van een aan hem gegeven
recht gebruik maakt, zoo handelt in allen gevalle het gouvernement
verkwistend met hem dit recht te verleenen.
3°. De officier heeft een meer of minder zwaar huishouden, lijdt
groote verliezen op zijne vendutie en moet voorschot nemen om zich
weder opnieuw in te richten en in de bijzondere uitgaven voor en na
zijn vertrek te voorzien.
Dit zijn natuurlijk de personen, die het voorschot werkelijk noodig
hebben, al is het ook ten koste van latere ontberingen, schulden en
dientengevolge opnieuw voorschot nemen. Stellen wij evenwel
deze categorie van officieren in de gelegenheid zonder onkosten met
hunnen geheelen inboedel naar hun nieuw garnizoen te trekken, dan
vervalt ook voor hen de reden. Evenmin als zij er aan zouden denken
om zonder overplaatsing voorschot te vragen, zouden zij dit doen bij
overplaatsing. Hoogstens zou het dan noodig zijn de loopende maand
traktement uit te betalen tot het afdoen van kleine maandelijksche
rekeningen.
Het algemeen gevolg van de regeling zou zijn dat elk officier
zich steeds verheugen zoude in het bezit van vol traktement, iets wat
thans bij troepenofficieren uitzondering is.
Neemt men nu nog in aanmerking dat een gedeelte der reizende
officieren zonder inboedel zal reizen, omdat zij die hetzij niet hebben,
hetzij liever vendutie houden en dat een ander gedeelte over een zeer
kort traject, zooals b. v. Batavia Meester Cornelis Buitenzorg,
Solo Djokja, enz. vervoerd moet wordendat bij de eerste categorie
de geheele rentebesparing van het voorschot plus het daggeld aan
boord ten voordeele van den lande komt, terwijl bij de tweede cate
gorie de transportkosten zoo weinig zijn, dat ook hier de rentebe
sparing grooter is dan de uitgaven, dan durven wij ten slotte gerust
aannemen, dat de geheele door mij voorgestelde regeling den lande
meer voor- dan nadeel zal aanbrengen.