270 kar (kipkar) dan is maar op hiervan te rekenen. De inhoud van de wagentjes is ongeveer 0.3 M3. bij menschenarbeid en 0.5 M3. wanneer paarden gebruikt worden. Het zal soms voordeelig kunnen zijn menschen te gebruiken over grootere en in een ander geval paarden op kleinere afstanden. Dit wordt bepaald door de hoeveelheid, die per dag verwerkt wordt. Bij gebruik van locomotieven moet men natuurlijk zwaarder baan hebben, daar de machine te veel op de rails inwerkt. Décauville raadt aan spoorwijdte 0.60 H, rails 9.5 KG.,inhoud wagens 0.750 M3.; deze afmetingen zijn volgens hem een minimum. Het is gewenscht de treinen te doen rangeeren en disloqueeren door paarden; dan rijdt de locomotief door minder bochten en wissels die zoodoende dan ook veel minder te lijden hebben. Bij eene helling van yttt raadt Décauville reeds aan, paarden te gebruiken; met deze kan men gaan tot zij zijn zelfs gebruikt op een helling van l. Kostenvergelijkingen kunnen nog niet gemaakt wordendaar loco motieven nog niet op groote schaal zijn toegepast voor grondvervoer. Bij het Panama-kanaal worden volgens Décauville's catalogus ge bruikt 4750 wagentjes, op een spoorwijdte van 0.50 M.zwaarte van de rails 7 KG. Totale lengte van de verschillende banen 80 KM. Yoor den onderzeeschen tunnel Frankrijk Engeland, waarvan de bouw nu gestaakt isheeft Décauville ook wagentjes ontworpen met een spoorwijdte van 0.40 M.; en zelfs voor deze onderneming, op dezelfde spoorwijdte, een wagentje gemaakt met 2 zitplaatsen voor de inspecteurs. Een van de eigenaardigste toepassingen van dit materieel is ge maakt voor eene houtzagerij in Frankrijk. De eigenaar had nl. groote moeite, de zware balken uit de rivier naar zijne fabriek te vervoeren. Dit geschiedde aanvankelijk met paarden, later liet hij een spoor leggen van af den bodem der Seine tot in zijn fabriek. De wagentjes gaan dus onder water; nu wordt een balk losgemaakt, en met zijn eene uiteinde gebracht boven het wagentje, dat het dichtst bij den oever staat, en daarop vastgebondendeze wagen wordt nu op den oever getrokken, en daarna het achtereinde van den balk op den achtergelegen wagen gebonden. Op deze wijze wordt de balk uit de rivier vóór de zaag gebracht, zonder den grond te raken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 295