1)E VERZORGING DER TROEPEN PAIRDEN RIJ HEL' INDISCH LEGER. Het reglement op den inwendigen dienst bij de infanterie wordt ook gevolgd bij de bereden artillerie. Groote bezwaren zijn hieraan niet verbonden. De noodzakelijke -wijzigingen wijzen zich van zelve aan. De behoefte aan een afzonderlijk voorschrift voor de 4 veld- batterijen, 4 bergbatterijen en 3 mobiele sectiën bergartillerie wordt dan ook in het algemeen niet gevoeld. „In het algemeen" zeiden wij, want voor één onderdeel van den inwendigen dienst bij de bereden troepen, waarin het voorschrift der infanterie uit den aard der zaak niet voorziet, moeten wij een uit zondering maken, namelijk de verpleging der paarden, den staldienst. Het is o. i. een verzuim dat de reglementeerende werkzaamheid van het Dep. van Oorlog zich nog niet zoover uitgestrekt heeft, om ook hierop een voor iedereen biudend voorschrift te geven. De gezamenlijke paarden van de batterijen vertegenwoordigen een aan zienlijk kapitaal. De wijze van voeding en verdere verpleging is der halve eene zaak van groote financieele consequentiëu en het mag niet van de inzichten, den ijver en de toewijding van een enkel per soon, den korpscommaodaut, afhangen, hoedanig die verzorging ge schiedt en welk toezicht daarop wordt uitgeoefend. Wij hebben voor ons liggen een reglement op den staldienst voor het Zwitsersche leger, dat wel eenigszins als wegwijzer zou kunnen dienen bij het samenstellen van een dergelijk voorschrift ten behoeve van de Indische bereden artillerie. Eenig paragrafen, waarin zaken voorkomen, die reeds in het reglement op de stukrijderschool ge reglementeerd zijn, dan wel specifiek Europeesch zijn, zouden na tuurlijk kunnen wegvallen. Een opsomming van het behandelde in de 46 paragrafen van het 63 bladzijden tellende werkje geeft het beste denkbeeld omtrent zijn inhoud.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 304