281
en eenige later gevolgde Algemeene orders zooveel mogelijk voor de
toestanden alhier pasklaar gemaakt. Men heeft daar dan teu minste
iets, dat op een voorschrift gelijkt en behoeft daar elk nieuw aange
komen officier niet, zooals bij de batterijen, in het duister rond
te tasten.
Wij laten daarom in het midden in hoeverre het aanbeveling zou
verdienen een voorschrift op den staldienst samen te stellen, dat
zoowel voor de cavalerie als voor de artillerie geldig is. Mocht
de wenschelijkheid daarvan blijken, zoo zou de vervaardiging
van het reglement binnen weinige maanden haar beslag kun
nen erlangen door daarvoor eene commissie te benoemen, bestaande
uit twee troepenofficieren, een van de cavalerie en een van de artillerie,
benevens een paardenarts.
De arbeid dezer commissie zou ter beoordeeling dienen te worden
opgezonden aan den commandant der veld- en bergbatterijen op
Java, den commandant van het regiment cavalerie en aan den chef
van het wapen der artillerie. Wij twijfelen niet, of het voorschrift
op den staldienst, te voorschijn getreden uit den smeltkroes van de
overwegingen van deze commissie en de drie genoemde autoriteiten,
zoude zeker aan de eischen voldoen.
Van tijd tot tijd gaat wel eens een stem op uit het officierskorps
van de cavalerie en de bereden artillerie, die blijk geeft, dat de
tegenwoordige wijze van verzorging van de paarden niet in elk op
zicht ieders goedkeuring wegdraagt.
Zoo keurt in de 2e aflevering van den jaargang 1886 van dit
tijdschrift een officier der cavalerie het bij dit wapen heerschende
gebruik af, om het paard bij het pansement een watertrens aan te
doen en het daarmede, omgewend, links en rechts tusschen de latier-
palen vast te zetten ook in onze oogen een onnoodige en verkeerde
maatregel, die gelukkig bij de artillerie niet toegepast wordt. Voorts
wordt hier de watertrens niet op den latierpaal bevestigd, wat bij
de cavalerie het geval is en door bedoelden officier eveneens minder
oordeelkundig gevonden wordt.
In de volgende aflevering van denzelfden jaargang vindt men
eenige beschouwingen gewijd aan de wijze van distributie bij de
cavalerie van de dagelijksche rations gras en gaba. Nu, bijzonder