311 De Leider kan do sterkte van een of van beide partijen veran deren door het doen optreden van nieuwe troepen. Deze verster kingen mogen niet in eens verschijnen, maar moeten van een ver wijderd punt oprukken, opdat hunne komst intijds ter kennis koine van de te versterken partij, zoodat de Bevelhebber die versterking kan richten naar het punt waar hij haar wil doen optreden. De tegenpartij is dan eveneens in de gelegenheid er van verwittigd te worden, althans indien zij niet nalaat de noodige veiligheidsmaat regelen ook gedurende het gevecht te nemen. Daar nieuwe troepen in werkelijkheid bij eene manoeuvre zelden beschikbaar zijn, zal voor dit doel in den regel van een gemarkeer- den vijand gebruik gemaakt moeten worden en aangezien dit gebruik lichtelijk tot onnatuurlijke toestanden aanleiding geett, wordt het toevoegen van nieuwe troepen ook slechts bij uitzondering toe gepast, b. v. wanneer een der Bevelhebbers, door de kennis van de sterkte der tegenover hem staande partij, zich verleiden laat tot maatregelen die in een werkelijken oorlogstoestand niet verantwooid zouden zijn. Is de oefening eenmaal begonnen, dan wordt aan de Bevelhebbers van beide partijen volkomen vrijheid van handelen gelaten. De Leider mengt zich slechts voor zooveel strikt noodig is iu den gang van zaken. Na deze korte inlichtingen van algemeenen aard, getrokken uit do manoeuvre - voorschriften van verschillende legers, zullen wij nu de regeling althans voor zoover het tactische gedeelte betreft der manoeuvres in Nederland vermelden. De overeenkomst,- die iu vele opzichten bestaat tusschen de Nederlandsche voorschriften en regie meuten en de onze, is oorzaak dat veel daarvan ook ten onzent toe passing zal kunnen vinden. In Nederland hebben de veldmanoeuvres divisiesgewijze plaats, zoodat in den regel elk jaar ééne divisie manoeuvreert. De samengestelde divisie, die voor de manoeuvres gevormd wordt, bestaat dan uit eene divisie infanterie van twee regimenten, elk a 4 bataljons, waaraan een zeker aantal eskadrons, batterijen en voertuigen alsmede de noodige officieren van staven en diensten zijn toegevoegd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 336