322
3°. herhaalde aanvallen met reeds teruggeslagen troepen, zonder
dat deze versterking hebben ontvangen
4°. het niet eerbiedigen van het vuur der tegenpartij
5°. het veelvuldig blazen van signalen, vooral bij het tirailleeren
6°. het zich ophouden of bewegen van officieren, patrouilles, ordon
nansen, enz. daar, waar zij dit niet zouden doen, indien met
scherpe in plaats van met losse patronen gevuurd werd.
Alle bewegingen moeten zonder overijling plaats hebben.
Ten strengste moet worden toegezien, dat bij het marcheeren of
rusten op de wegen steeds één der zijden van den weg vrij blijve voor
ordonnansen, wagens, enz.
De Scheidsrechters worden voor al de dagen der oefening benoemd,
en zijn onafhankelijk van den troep.
Zij dragen kennis van de instructiën en dispositiën, ten opzichte
van de manoeuvres aan de troepen van beide partijen medegedeeld,
en blijven, zoo zij niet op het terrein zijn ingedeeld, den Leider bij
de manoeuvres volgen.
Zij worden over de beide partijen verdeeld, namelijk één hunner
op iederen vleugel van elke partij. Zijn zij meer dan vier in getal,
dan kan aan de centrums een afzonderlijke Scheidsrechter worden
toegekend.
Aan ieder van hen wordt een ordonnans, voorzien van een witte
vlag, toegevoegd.
Bij alle uitspraken zullen de Scheidsrechters niet alleen rekening
houden met de getalsterkte der beide partijen, maar ook nagaan in
hoever kalmte en orde hebben geheerscht, en of de infanterie haar
vuur met bedaardheid en te rechter tijd heeft afgegeven.
De uitslag van een gevecht hangt in de werkelijkheid van omstandig
heden af, die bij de oefeningen in vredestijd, öf in het geheel niet, öf
slechts ten deele in aanmerking kunnen komen.
Vooral is dit het geval met het moreel der troepen. Er moet dan
ook geen sprake zijn van winnen of verliezen, maar beide partijen
moeten overeenkomstig de omstandigheden zelf beslissen de één of
hij zijn stelling kan behouden, de ander of hij zijn aanval kan doorzetten.
De infanterie moet bij den aanval oprukken tot op 30 pas van
den verdediger, indien deze niet uit eigen beweging zijn stelling ver-
