323 laat. De geweren worden dan afgezet en men wacht de beslissing van den Scheidsrechter af. Binnen de 50 pas wordt niet meer gevuurd. De charges van cavalerie worden niet verder voortgezet dan op 100 pas van de tegenpartij, waarop terstond de beslissing van den Scheids rechter moet volgen. In afwachting hiervan worden bij de infanterie de geweren afgezet en van beide kanten de vijandelijkheden gestaakt. Wordt de charge als afgeslagen beschouwd, dan zal de cavalerie op de plaats verzamelen en in stap, bij uitzondering in draf, teruggaan of wel om de vleugels der infanterie heentrekken en daarachter verzamelen. Het vuur, zoowel van infanterie ais van artillerie, op plaatsen waar dit brand zou kunnen veroorzaken, is verboden. Bij een charge van cavalerie zal de overwinnende partij de andere 100 pas in stap vervolgen. Stoot zij bij deze vervolging op een tweede linie des vijands, dan komt zij door hare nog niet herstelde orde in het nadeel tegenover een wellicht zwakkere, maar in orde zijnde vijandelijke afdeeling, die haar kan noodzaken de vervolging te staken, in welk geval de eerstgeslagene zich kan herzamelen en de vervol ging aan beide zijden ophoudt. Bij een gevecht van cavalerie tegen andere wapens komt niet zoo zeer de sterkte der cavalerie in rekening, als wel de toestand, waarin zich de tegenpartij op het oogenblik van den aanval bevindt. Wanneer infanterie of cavalerie-minstens ter sterkte van een compagnie of een eskadron een batterij aanvalt, zonder door deze beschoten te zijn en de dekkingstroepen ontbreken of niet bij machte zijn den aanval af te wijzen, wordt de batterij als verloren beschouwd. Bij het beoordeelen van de uitwerking van het artillerievuur, zullen de Scheidsrechters in aanmerking nemen, of de batterijen al dan niet ingeschoten zijn. Ook moeten zij er op letten, dat niet in den blinde, maar op een bepaald doel wordt gevuurd, en omtrent het doel en het gebezigde projectiel bij den Batterij- of Artilleriecommandant in lichting vragen. Bij alle ontmoetingen van kleine troepenafdeelingen patrouilles b v. moet de zwakkere voor de sterkere wijken. Bij de oneven Brigade bestaan dergelijke afdeelingen infanterie en cavalerie steeds, met inbegrip van den aanvoerder, uit een oneven en bij de even Brigade uit een even getal.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 348