21
eischt of waar men meer bepaald tegen geweervuur wilde gedekt zijn.
Zoo waren o. a. te Pyinmana eene batterij bergartillerie en het
Europeesche hospitaal in eene redoute van teakstammen opgenomen,
welke met 2 houwitsers en 2 kanonnen was bewapend. Eene derge
lijke redoute van teakstammen, doch zonder artillerie-bewapening, was
in 1885 opgericht te G-yobeugtat (zie fig. 8) op de grens van Bene-
den-Burma en wel om te dienen als grens- en étapepost voor
eene colonne, die bij het begin der vijandelijkheden van Toungoo op
Pyinmana marcheerde. De bezetting was 1 Britsch officier en eene
compagnie Inlanders (100 man).
De stevige palissadeering, 3 M. hoog, is op ruim 2 M. van den
grond van schietgaten voorzien; een banket, 1 M. breed, loopt ook
in de bastions door, van waaruit de gracht tegenover de nevenlig-
gende bastions kan worden bestreken. Nuttig kwam mij dit grachtje
niet voor, daar het voor het midden der faces niet kon worden be
streken, vooral niet doordat de uitgegraven aarde naar de zijde der
borstwering tot eene lagen wal opgeworpen wasbovendien vormde de
ijzerdraadversperring eene veel betere hindernis.
Deze post was steeds voorzien van eene maand vivres voor het
garnizoen en voor de bezettingen der beide nevenliggende grenspos_
ten. De kazernes bestonden uit geraamten van ruw teakhout, met ploe-
poe-wanden en vloeren, gedekt met stroode ruimte onder de kazer
nes kon met kleppen worden afgesloten, om te dienen voor logies
van marcheerende troepen. Commandantswoning, post- en telegraaf
kantoor en vivresmagazijn waren van planken opgetrokken en ge
dekt met gegalvaniseerd ijzer.
Drinkwater werd gevonden in de bedding eener nabijgelegen droge
beek, waarin putten werden gegraven.
Beschrijving van medegemaakte tochten in bijzonderheden.
Tocht naar Saikpoudoung en Lepet-Toung van 3/14
Februari 1 887 (zie schets C).
Op den 3en Februari werd een tocht ondernomen, ten doel hebben
de eene bende dacoitsdie zich sedert geruimen tijd in het moeie-
lijke heuvelterrein van Saikpoudoung en Lepet-Toung (Z.O.waarts