EEN DOODVONNIS. Ouder de Herinneringen uit het krijgsmanslevendoor deo oud majoor Timmermans in zijne Geschriften" ons bekend gesteld, komeu o. a. ook voor twee doodvonnissen, waarvan dat van den infanterist Kro- mosmitto voorzeker eene nadere bespreking in een militair tijdschrift overwaardig is, daar het een militair rechtsgeding bevat, hetwelk nog in onze dagen kan voorkomen en, uit een militair strafrechterlijk oogpunt beschouwd, geenszins van belang ontbloot is. Vóór en aleer wij onze meening over de daarbij ontvouwde rechts- quaestiën mededeelen, is het noodig dat wij allereerst melding maken van de daadzaken welke tot het rechtsgeding, tegen Kromosmitto gevoerd, aanleiding hebben gegeven. Het verhaal, hoewel steunende op „herinneringen", is volgens schrijver geheel naar waarheid opgesteld. Daar bepaalde feiten, namen van bestaan hebbende en nog in leven zijnde personen daarbij worden genoemd, o. a. die van majoor Jalink en den in den jare 1862 overleden auditeur-militair Mr. Blom, kan het voor ons niet meer twijfelachtig zijn dat wij in het verhaal niet hebben te zien eene verdienstelijke pennevrucht van louter literarische phantasie, doch in de eerste plaats de historische waarheid daarbij is gehuldigd. De oud-majoor Timmermans schrijft „Onder de gelukkigen, die gezond en wel na het doorstaan van vele vermoeienissen en enkele gevaren der expeditie in de Lampongsche nDe beoefening van het strafrecht beruBt op de Wetenschap de Wet te kennen en haar behoorlijk toe te passen. De Rech ter, die de Wet in haar oorspronkelijken geesc niet toepast, haar verwringt of op deze of gene wijze ter zijde legt, pleegt onrecht."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 350