327
onschuldige, welke stoot, na de vrouw een lichte wond te hebben toege
bracht, gelukkig in het hout van de slaapplaats terechtkwam.
„Bijtijds kwam er hulp opdagen, waardoor de aanslag mislukte; bij
onderzoek bleek dat de jonge vrouw slechts eene geringe wond in de
rechterzijde had bekomen. K. werd in arrest gesteld en zou voor de
gepleegde misdaad voor een krijgsraad terechtstaan; maar aangezien
zoodanig lichaam destijds nog geene zitting te Singkawang hield, moest
de beschuldigde naar Batavia overgevoerd en in afwachting van het
proces in de militaire tevens civiele gevangenis opgesloten blijven."
Ziedaar de feitenwelke wij in 't kort en zooveel mogelijk met
schrijvers eigene woorden hebben teruggegeven.
Van het rechtsgeding zelf, dat te dier zake werd gevoerd, ont-
leenen wij nog het navolgende:
„Nadat het gerechtelijk onderzoek ten overstaan van officieren-com
missarissen en den auditeur-militair had plaats gegrepen, kwam de zaak
voor den krijgsraad, waarbij de auditeur-militair zijne conclusie van
eisch voordroeg, waarin alle omstandigheden op het feit betrekking
hebbende ten duidelijkste omschreven waren, het voorgevallene gestaafd
door de beëedigde verklaringen der getuigenzoodat Kromosmitto schuldig
werd bevonden aan poging tot moord met voorbedachte rade gepleegd en
zonder verschooning of verlichting hoegenaamd zou veroordeeld worden tot
de straf van vijftien jaar dwangarbeid in den ketting en een half uur ten
pronkstelling onder de galg, natuurlijk na voorafgaande vervallen ver
klaring van den militairen stand.
„Deze eisch werd koudweg en zonder eenig beraad volgens het letterlijk
voorgeschrevene in art. 204 van de Rechtspleging bij de Landmacht door
den president in hoofdelijke omvrage gebracht.
„De vier jongste leden stemden geheel in met den voorgedragen eisch
van den auditeur-militair, de twee oudste met den président, die, met het
oog op het schoone strafregister van don beschuldigde en zijn gunstig
luidenden staat van dienst in verband met het door hem betoond werk
dadig berouw, vermeenden dat er wel degelijk verzachtende omstandig
heden dienden in aanmerking te worden gebracht. Dit alles in over
weging nemende, kwam de president met de twee kapiteins tot het be
sluit dat vijf jaren detentie eene voldoende zware straf was voor het feit
door K. gepleegd.
„Aangezien nu met meerderheid van ééne stem, de eisch van den audi
teur-militair werd aangenomen en het vonnis als geslagen moest be
schouwd blijven, om reden een lid in den krijgsraad niet van oordeel mag