Tot dus verre hebben wij geene aanmerkingen. Wat de appreciatie van het tweede feit betrefr, den reeds veroor deelden Kromosmitto ten laste gelegd, als hebbende hij vóór dat het eerste vonnis was geëxecuteerd, den majoor Jalink een stoot op de borst gegeven, daarover bestaat tusschen de beslissing van den krijgsraad en ons gevoelen een groot verschil. Toetsen wij thans ook deze ons bekendgestelde feiten aan de be palingen der wet, dan komen wij tot een minder phantastische, doch o. i. meer juiste beslissing. De vraag, welke wij in de eerste plaats te stellen hebben, is deze Was K., op het oogenblik dat hij den majoor .T. een stoot op de borst gaf, nog in militairen dienst? Ter beantwoording van die vraag is het noodig na te gaan, of de vervallenverklaring van den militairen stand, welke het gevolg is van de straf van dwangarbeid in den ketting, al dadelijk werkt krach tens het vonnis waarbij de vervallenverklaring is uitgesproken, dan wel of voorafgaande tenuitvoerlegging van het gewijsde moet plaats hebben. De vervallenverklaring van den militairen stand, eigenlijk een ont zegging van de bevoegdheid om verder dienst te doen of weder dienst te nemen bij het leger, is een bijkomende straf. Zoolang de wet het niet uitdrukkelijk beveelt, treedt een straf niet in werking vóórdat het vonnis, hetwelk haar oplegt, is ten uitvoer gelegdde wettelijke regel is dan ook, dat de straf met den dag van de tenuitvoerlegging ingaat. Uitzonderingen op dien regel zijn Wanneer de straf gerekend wordt reeds vroeger te zijn inge gaan, ingeval de veroordeelde zich in voorloopige hechtenis bevond 2°. Wanneer de straf aanvangt met den dag waarop het veroor- deelend vonnis kracht van gewijsde verkrijgt, als in zake de straffen bedoeld bij art. 6 van het Strafwetboek voor Inlanders, in verband met art. 22, laatste alinea, van dat wetboek. De eerste uitzondering is een wettelijke fictie, die alleen kan be treffen vrijheidsstraffen en niet een straf als de vervallenverklaring van den militairen stand, aangezien, om deze straf te doen werken, de veroordeelde uit het leger moet worden verwijderd en daarvoor hande lingen en formaliteiten noodig zijn, die niet kunnen worden vervan- 330

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 355