22 van Pyinmana) genesteld had, zoo mogelijk te vernietigen. De bende had onder aanvoering van zekeren San Pay herhaalde lijk rooftochten gepleegd, zoude eenige honderde mannen sterk zijn en het voornemen hebben, de aanzienlijk versterkte stellingen in de heuvels te verdedigen. De voornaamste toegangsweg was een pad, dat nabij Gyobengtat de Sittang-rivier kruiste en op den linkeroever nagenoeg in Oostelijke richting voortliepde gemeenschap van Le- pet-Toung met de verder Oostwaarts liggende heuvels zoude zeer moeielijk zijn. Naar de ingewonnen berichten werd een ruw schetsje samengesteld, waarvan ook mij eene kopie werd verstrekt (zie schets B). In de werkelijkheid waren het terrein en de ligging der plaatsen echter eenigszins anders, zooals op den tocht bleek (zie schets C). In verband met de bovenstaande gegevens besloot Generaal Lock- hart, de bende zoo mogelijk te Saikpoudoung te omsingelen, waartoe drie colonnes werden gevormd. De rechtercolonne, waarbij de Generaal met den staf, zoude den 4en Februari uit Pyinmana afmarcheeren, nabij Gyobengtat de Sittang overgaan en, verder het O.waarts voerende pad volgende, Saikpou doung op den 6en te 12 uur 's middags in front aanvallen. De lin kercolonne zoude eveneens op 3 Februari oprukken, bij Tsinthawa de Sittang overtrekken en verder door het heuvelterrein in de richting Thinbawn, Myandown op Saikpoudoung marcheeren, dat eveneens te 12 uur 's middags van den 6en moest worden bereikt. Eene derde colonne zoude den 5en van Pyinmana vertrekken, de Sittang overgaan en, tusschen de rephter- en linkercolonne blijvende, den vijand den terug-, weg in ÏI.W. richting afsnijden. Eindelijk werd de medewerking ingeroepen van het garnizoen van Toungoo in Beneden-Burma, om door het uitzenden eener colonne in N.O. richting Zuidwaarts uit wijkende vijanden op te vangen. De samenstelling was als volgt: Rechter (le) colonne. Staf: Brigade-commandant, Luitenant-adjudant, Chef van den staf, Luitenant-adjunct, Luitenant-intendant Deputy-commissioner met gidsen en tolken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 35