837
destijds met alle kracht en goed gevolg ons hebben verzet, toen ouder
en slechter gewoonte de militaire commandant te Willem I in den
jare 1882 geen bezwaar vond om, in het belang der medische weten
schap (sic), het lijk van den gefusileerden Inlandschen cavalerist Sa-
liban ter ontleding aan het hospitaal af te staan.
Gevallen van verwondingen door (middel van) den kogel zijn me
nigvuldig genoeg voorgekomen en der medische wetenschap over
bekend dan dat eenig nut door een „sectio cadaveris" wordt ver
kregen vaneen militair, aan wien eene eervolle doodstraf door middel van
den kogel is voltrokken. De schuld gepurgeerd zijnde, moet de
militaire eer ongeschonden blijven.
Ten slotte nog het navolgende naschrift.
Toen wij in de Sumatra-courant van 11 October jl. het „doodvonnis"
minder uitvoerig bespraken, gewerd ons de navolgende bedenking
van den schrijver dat: „Hoewel ten volle erkennende dat wij volgens
de letter der wet geheel in het gelijk zijn, wij evenwel met S. eens
zullen zijn dat eene stipte opvolging dikwijls in strijd kan wezen met
het gezonde oordeelde eischen der billijkheid en het menschelijk gevoel.
Al gold het hier slechts het eergevoel van een Javaansch soldaat,
die op een gunstig verleden wijzen kon, zou het ondergaan der straffen,
volgens de wet bepaald, toch schrikkelijk hard voor hem geweest zijn
de rechters mogen dus niet veroordeeld worden, al ware hun ziens
wijze in strijd met het voorgeschrevene, naar hun geweten te hebben
gehandeld."
De geachte schrijver duide ons niet ten kwade, zoo wij zijne be
zwaren tegen onze beschouwingen over het doodvonnis geopperd ook
ditmaal geenszins kunnen deolen eu zjjne redeneering niet vatten.
Wij hebben steeds geleerd eu iu die overtuiging voortgeleefd, dat liet
staatsgezag niet alleen in zijne wetten regelen moet vaststellen, maar
eerst door de wet te doen naleven en haar te handhaven het voorschrift
der wet wezenlijk recht wordt. Voornamelijk moet het staatsgezag de
Wet doen naleven door zijne ambtenaren sirenge en stipte opvolging en
toepassing van de wettelijke bepalingen door alle ambtenaren is eene
eerste voorwaarde van een door Wetten geregelden regeeringsvorm.
Recht te spreken naar de bij de wet geordende bepalingen kan