342 mede verloren en tot overmaat van ramp kon ook het scherm die verschillende verplaatsingen niet verdragen en raakte weldra geheel uit zijn verband. Ook was het onmogelijk de rooilijn met stand plaatsen voor de schutters op de verschillende afstanden achter den kogelvanger te brengen, zoodat deze laatste dan in het Westen zoude komen. In dit geval toch zoude men bij het schieten den grooten weg van Toengkoeb naar den Kraton, waar dagelijks voortdurend transporten liepen, in gevaar gebracht hebben. Het eenige was dus nu nog 's middags te schietenmaar begon men om 3 uur, dan was het verschrikkelijk warm, begon men om 4 uur, dan was het weer te vioeg donker en kon het schieten van eene geheele compagnie op eén middag niet afloopen. Gebrekkige oriënteering bracht dus hier veel last teweeg. Misschien zoude het gewenscht zijn in het voorschrift op de schiet oefeningen bij de inrichting der schietbanen er op te wijzen den kogelvanger liefst in het Westen, nooit echter in het Oosten te plaatsen. Gaan wjj nu eens de middelen tot het oriënteeren in bovenge noemde verschillende beteekenissen opvolgend na. Yooreerst dus het bepalen van de hemelstreken. Hierbij dient in 't oog te worden gehouden, dat voor gewone militaire doeleinden de hoofdhemelstreken als N., N.O., O., Z.O., Z., Z.W., W. en N.W. voldoende zijn, en er buitendien geen sprake is van eeue nauwkeurige bepaling van het Hoorden of het Noordpunt, enz. In het Voorschrift op den velddienst voor het Nederlandsch-Indische leger leest men, dat de hemelstreken, behalve „met behulp van het kompas" waarbij misschien niet onopgemerkt diende te blijven, dat dit niet alleen een vrij nauwkeurig, maar ook een gemakkelijk middel is, dat tevens overal en ten allen tijde kan worden toege past vrij nauwkeurig worden bepaald „1°. Met behulp van de zon. „De zon gaat op in het Oosten en onder in het Westen. „Van 21 Maart tot 21 September Noorder- en het overige gedeelte van het jaar Zuiderdeclinatie hebbende, staat de zon gedurende het eerstgenoemde tijdperk, ten 9 uur voormiddag, ongeveer in het Noordoosten, om 12 uur middag in het Noorden en om 3 uur na middag in het Noordwesten; terwijl zij van 21 September tot 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 367