344
elders door den tropischen plantengroei, de meerdere of mindere
onbegaanbaarheid dan wel geaccidenteerdheid van het terrein, als
anderszins.
Ik bedoel in de eerste plaats de Inlandsche of liever Mohame-
daansche graven.
De Mohamedanen vindt men in onzen Archipel vrij wel verspreid en
ieder, die wel eens een geloovige heeft zien begraven, moet opgemerkt
hebben, dat het lijk niet op den rug maar op een zijner zijden in het
giaf wordt geplaatst. Dit geschiedt, opdat het gelaat naar den tempel
van Mekka gekeerd zij, dus hier naar het Westen. Hieruit volgt van
zelt, dat de aardophooging van een Mohamedaansch graf eene strek
king heeft van Noord naar Zuid of omgekeerd. Wist men nu dus
nog maar, welke kant van het graf het Noorden aangeeftOok
dit wijst ons nu de aardophooging. Het hoofdeinde ligt namelijk
altijd in het Noorden en aangezien in de meeste gevallen het hoofd
einde aan de aardophooging van het graf ook duidelijk kenbaar is,
hetzij aan een grooten, meer of minder uitgewerkten steen, hetzij, bij
armere graven, aan een stukje hout als anderszins, zoo heeft men
zich hierdoor spoedig en gemakkelijk georiënteerd.
In sommige gevallen, doch zelden, hebben die aardophoogiugen der
graven geen langwerpigeu vorm, maar bestaan zij uit een rond hoopje
aarde. In dit geval is dus dit middel uiterlijk niet toepasselijk.
Intusscheu leveren de geloovigen ons nog een ander hulpmiddel tot
oriënteeren en wel door de in de Mohainedaansche streken veel ver
spreide missigits en bidhuizen, de laatsten „langgar" genaamd.
Het is algemeen bekend, dat de Mohamcdaan bij zijn bidden steeds
den tempel van Mekka voor oogen' moet hebben, dus in den Indischen
Archipel daarbij altijd naar het Westen ziet.
In de missigits en bidhuizen moet dus een middel zijn, 0111 gemak
kelijk het Westen te kunnen vinden. Inderdaad is dit ook het geval.
In den regel toch vindt men bjjua in elke missigit een meer of minder
traai uitgewerkten bidstoel „mimbar" geheeten, waarin de opperpriester
aan de biddende geloovige menigte het voorbeeld geeft. Om dit te
kunnen doen, moet hij zich dus ook vóór de. gemeente bevinden of
met andere woorden de bidstoel staat in den Westelijken kant van de
missigit. Is er geen bidstoel aanwezig, dan vindt men in den Weste-