355 vau zulke merrie-veulens zoude wel een waarborg zijn, dat men na verloop van 2| jaar vierjarige fokmerries had, die nog niet besprongen zijn geweest, doch dit is ook alles, want het sluit andere mogelijke teleurstellingen niet uit. Men behoefde zich b. v. volstrekt niet te verwonderen, indien er dan onder waren, die de uiterlijke eigenschappen, zooals Schwarznecker die aangeeft, missenverder zouden er allicht bij zijn beneden de gewenschte grootte. Wil men groote nakomelingen, zoo zorge men vooral voor groote moeders. Overigens zijn de moederpaarden te be- oordeelen naar de veulens die ze werpen. Aan hare vruchten zult gij ze herkennen. Behalve dat kan reeds bij de eerste generatie de ouderdom voor de eerste dekking naar wensch geregeld worden. Wat den dekhengst betreft, zegt Schwarznecker o. a., dat deze een voornamer factor is dan de merrie, alleen daarom, wijl hij in poly gamie leeft en dus voor vele merries benut wordt, zoodat hij veel meer nakomelingen heeft dan een merrie. Het is daarom zaak de voor de voortplanting bestemde hengsten aan eene scherpere beoor deeling te onderwerpen dan de merries, ten einde alle gebreken met meer zekerheid te kunnen vermijden. Een dekhengst behoort in uitstekende mate alle algemeene en bij zondere eigenschappen, welke men van de nakomelingen verwacht, niet alleen te bezitten, maar ook de macht te hebben ze op dezen te kunnen overbrengen. Of, en in hoeverre hij zulks doet, kan in dit geval alleen de ondervinding leeren, daar bij de Soembaneezen wel geen stamboeken te viuden zullen zijn, waaruit zoude kunnen blijken in hoeverre zijne deugden als erfdeel beschouwd kunnen worden. De hiervoren genoemde Preiherr von Hügel zegt, dat elke dek hengst beproefd moet zijn voordat hij beoordeeld kan worden. Om nu eenigszins gewaarborgd te zijn, ga men het goede niet voorbij om het betere te willen, waardoor men licht bedrogen uit komt, maar neme de dekhengsten uit het legerbet is daar gemak kelijk na te gaan, vooral bij paarden, die reeds lang in dienst zijn, welke kracht, capaciteit, in één woord welke op het eerste gezicht niet met zekerheid te ontdekken eigenschappen er in zitten, en van welke constitutie ze zijn. Ik heb de overtuiging dat er veel, meer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 380