369 Wat nu aangaat het voordeel, dat men zich van eene electrische verlichting te Atjeh op een der hier voorgestelde wijzen mag beloven, daartoe moet men zich eerst afvragen welk doel met die verlichting wordt beoogd. Dat doel is: verkrijgen' van meerdere veiligheid in onze defensieve stelling, zoodat nachtelijke aanvallen op- of doorsluipen van benden nabij onze posten onmogelijk worden of althans veel verminderen. Door eene goede verlichting wint men natuurlijk in veiligheid, omdat men de observatie van het terrein vergemakkelijkt; dit zal wel door niemand worden tegengesproken. In hoever die veiligheid echter volkomen wordt, hangt van omstandigheden af en wel hoofd zakelijk van den afstand der posten onderling en van den toestand van het terrein daarvóór en daartusschen. De onderlinge afstand der posten is betrekkelijk zeer gering; de grootste afstand in rechte lijn is 2600 M. (Ketapaug doewa Lampeneroet), de kleinte 800 M. (Latnbaroe Siroen)alle overige zijn minder dan 2000 M. van elkander verwijderd. Voor zoover mij bekend is, was het doel, waarmede men die posten zoo nabij elkander aanlegde, om overdag het tusschengelegeu terrein van uit de posten volkomen te kunnen waarnemen, zoodat men dat terrein kon ver kennen zonder genoodzaakt te zijn patrouilles uit te zenden, die men uit het gezicht verloor. Om datzelfde voordeel ook ten opzichte van het voorterrein te verkrijgen, kapte men dit ter breedte van 1000 M. langs de geheele linie open. Het voordeel nu, dat men van de electrische verlichting kan trekken, hangt geheel at van de mate waarin men vorengenoemd doel heeft bereikt. Is werkelijk van uit de posten liet tusschenterrein bij dag behoorlijk waar te nemen, is werkelijk de strook vóór de linie open, dan zal men met behulp van electrisch licht ook des nachts alle vijandelijke bewegingen steeds tijdig kunnen signaleeren. Is echter het doel van de zoo opeengedrongen ligging der posten en van het openkappen daarvóór slechts onvolkomen bereikt en dit schijnt wel waarschijnlijk, gelet op de korte afstanden waarop de posten, zoowel des daags als des avonds, voortdurend worden beschoten en op overvallingen als die op 3 Jan. j 1.van eene patrouille tusschen de slechts 800 M. van elkaar gelegen posten Lambaroe en Siroen bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 394