26
Te 1 uur werd Wayanlay (4 Engelsche mijlen) bereikt, waar een
eng kantonnement betrokken werd.
Inmiddels had de Generaal een bericht ontvangen, door de linker
colonne over Pyinmana verzouden en vandaar naar Gyobengtat
getelegrafeerddie colonne kon namelijk door het uiterst moeielijke
heuvelterrein, waarin somtijds paden geheel ontbraken, slechts uiterst
langzaam vooruitkomen en haar commandant verzocht dus, den aanval
op Saikpoudoung uit te stellen tot het middaguur van den 7en.
Dienovereenkomstig werd besloten, doch de mededeeling dezer be
slissing bereikte de linkercolonne niet meer, hetgeen de Generaal
trouwens had voorzien. Nog werd per telegram aan den commandant
te Toungoo bericht, hoe de zaken stonden en in welke richting mede
werking werd verwacht.
Den 6en afmarsch te 6^ uur in denzelfden marschvorm als op
den 5en en te 9f uur aankomst te Zalekin (9 Engelsche mijlen),
een afgebrand dorp, waar een bivak betrokken werd. Een 3tal
Burmanen, die met levensmiddelen van 's vijands zijde kwamen, wer
den aangehouden zij verzekerden, dat San Pay van den opmarsch
der troepen kennis droeg en reeds den vorigen dag met zijne bende
Westwaarts uitgeweken was; een van hen werd op een pony ge
bonden en met de Bereden Infanterie vooruitgezonden ter verkenning
van den weg voor den volgenden dag.
De wachten en posten, door iedere afdeeling afzonderlijk uitgezet,
vormden nu een eugeren kring om het bivak en het kreupelhout
werd tot buiten dien kring geheel opgeruimd. De manschappen
richtten afdaken van boomtakken en lang gras in; die van de Brit-
sche troepen waren inderdaad zeer voldoende, doch de Madras-In-
fanterie bleek in dit opzicht zeer zorgeloos te zijn en sliep onder
den blooten hemel bij eene temperatuur van 45° Fahrenheit en eene
zeer vochtige lucht.
Den 7en afmarsch te 9 uur in denzelfden vorm als den vorigen
dag; het voetpad leidde nu door laag heuvelland, welks hellingen
gaandeweg steilerj eu dichter begroeid werden, terwijl langs de oevers
der Mayhawchaung, welke beek herhaaldelijk moest worden door
getrokken, het lcyne-gras welig tierde. Niettegenstaande deze bedekt
heid van het terrein, marcheerden alle troepen ook nu nog met de