EEN ONGEVRAAGD ADVIES. Zoolang do oorlog op Atjeh nog steeds het groote vraagpunt voor het Leger iszoolang iedereen daarover raag meepratenzoolaug de beri-beri aan het Leger knaagt, zal mij een ongevraagd advies niet kwalijk genomen wordenvooral niet wanneer ik op den voor grond stel dat geen bedilzucht mijne pen bestuurt. Al genoeg is op velerlei wijzen afgekeurd wat men deed. dat ik voor mij daarover niet veel zal uitweiden. Het Leger te Atjeh moet compleet gehouden worden; dit voorop, al moeten dan de veldbataljons geplunderd worden. Van Atjeh moeten de zieken geëvacueerd worden; daaraan is nu eenmaal niets te veranderen. De vraag is hoe dit moet plaats vinden? Hieromtrent wensch ik, 'ongevraagd, mijn advies uit te brengen. Stel dat er maandelijks 800 a 400 man naar Atjeh gaan. Waar komen die vandaan? Uit alle oorden van den Archipel. Dat zou ik niet doen. De groote reserve moet zijn op Sumatra's Westkust, zoo dicht mogelijk bij Atjeh. Hoe groot die reserve moet zijn, behoef ik hier niet aan te geveu alleen zou ik willen, dat allen minstens ééne maand daar waren vóór dat zij naar Atjeh gingen. De eenvoudige zaak is dus, dat de troepen, die nu rechtstreeks naar Atjeh gaan, worden gezonden naar het Depot. De reden, die ik daarvoor heb is deze: Van Padang naar Atjeh is-eene reis van 4 a 5 dagen. Gesteld nu dat men Padang neemt en dus geen noordelijker ha venplaats is te vinden, dan komen de troepen er versch aan. Ik zeg hier geen noordelijker havenplaats, omdat het naar mijn idee juist goed zou zijn, de voor Atjeh bestemde troepen in strand-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 400