Pisangplaats daar eeuige praptische officieren van gezondheid, maar vooral zorg voor wat men noemt, in de practijk ervaren, handige personen, die wat clurvgn. Nu zou ik alle beri-beri lijders evacueeren naar P. Pisang. Zij, die daar kunnen genezen na een langer of korter Verblijf, gaan naar Atjeh terug; de meer ernstige, ik zou haast zeggen, de werkelijke beri-beri lijders, gaan naar de Bovenlanden. Om deze reden ook zou ik de reserve, voor Atjeh bestemd, liever op eene andere plaats meer noordelijk willen hebben, b. v. Padang Sidempoean Ik geef' mijn advies gaarne voor beter, maar ik stel er mij iets goeds van voor. Ook localiseert men de ziekte, dunkt mij. En door de reserve te P. Sidempoean te plaatsen, komt deze ook niet in aan raking met de lijders; altijd aannemende, dat beri-beri besmet telijk is. Ten slotte nog een enkel woord. Ik zou ieder militair beneden den rang van officier ook een voor schot willen geven vóór den aanvang van de reis. Hij heeft toch ook kleine geriefelijkheden aan boord noodig; o a. zeep, tabak sigaren. Daarom zou ik den commandanten van transportschepen een voorschot ter nadere verrekening geven. Nog zou ik willen bepalen, dat bij transporten, boven de 25 man, steeds een officier moest ingedeeld zijn. Is er onder de medereizigers geen, dan kon er een worden aangewezen. Nog beter zou het zijn vaste transportschepen met een commandant aan te wijzen, die, evenals de gezagvoerder, steeds aan boord bleef en op elke plaats de troepen afgaf en in ontvangst nam; maar dan ook met hen afrekende. Eindelijk zou ik nog de bepaling nuttig achten dat troepen niet langer dan 1maand achtereen aan boord bleven, tenzij in spoed vereischende gevallen. En dat aan boord van transportschepen be- hooilijk gezorgd werd voor reiniging van het lichaam; daaraan mag wel eens gedacht worden, want zelfs voor passagiers lc klasse is de gelegenheid daartoe soms al zeer gebrekkig. Het bovenstaande is het resultaat van rijpe overweging en jaren lange practijk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 402