380 - tal van militairen van het eene bataljon naar het andere worden over geplaatst en zij dan telkens van een ander geweer zouden moeten gebruik maken." Daar de transformatie der 37000 voor het Nederlaudsche leger bestemde geweren in dit jaar zal afloopen, kunnen wij dus weldra eene beproeving dezer gewijzigde wapens in Indië tegemoet zien. De alsdan wellicht hier reeds in werking zijnde Schietschool zal zeker aan een spoeaigen en rationeelen afloop dier beproeving be vorderlijk zijn. Van hare belangstelling in de Indische werving gaf de Eerste Kamer blijk door de volgende opmerkingen: „Het terstond in handen geven der 300 handgeld is hoogst onver standig. Zij, die het ontvangen, komen in de verzoeking het in korten tijd door te brengen. Er werd in overweging gegeven het handgeld te verhoogen tot f 500, desnoods tot f 600, maar daarvan slechts zooveel uit te keeren als de behoefte in ieder geval zou eischen, doch tot een maximum van 100. Het overige zoude door de Regeering rentegevend moeten worden belegd, om naafloop van den diensttijd aan den betrokkene of diens rechthebbende te worden uitbetaald. „Eenige leden hadden grond om ernstig te betwijfelen, of de aan- brenggelden en premiën wel zuiver aan de belanghebbenden worden uitbetaald, zonder dat tusschenpersonen hun voor vermeende diensten vergoeding vragen. Zou het in het belang der werving ook aan beveling verdienen, om de burgerlijke besturen met de uitbetaling dier gelden te belasten? „Is de Regeering bij machte om den verkeerden indruk aangaande den dienst in het Indische leger weg te nemen, veroorzaakt door onjuiste feiten en voorstellingen dienaangaande in de buitenlandsche pers? „Door vele voorbeelden werd gestaafd, dat de keuring overdreven streng is. Het gebeurt, dat aanvankelijk goedgekeurden later worden afgekeurd, hetgeen tot noodelooze kosten voor hen leidt. Herziening- van het reglement op de keuring schijnt raadzaam. Daarin behoor den, naar men meende, althans geene hoogere eischen te worden gesteld (niet bij voorbeeld ten aanzien van het gezicht) dan het buiten land aan zijne soldaten doet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 405