395 moet ook thans de klep gesteld worden en zal daaraan ook eerder gevolg gegeven worden dan in de latere periodes van het gevecht dichter bij den vijand; en mocht nu bij het afgeven van het laatste snelvuur voor den aanval, waarbij bovendien van richten niet veel sprake meer zal zijn, en bij de uitzonderingsgevallen van tirailleurvuur beneden 150 meter de man vergeten de klep op te lichten om er onder door te zien, dan zal dat o. i. van minder gewicht zijn, wanneer men slechts zonder ophouden den man machinaal leert altijd zijn geweer van achteren op te lichten en steeds laag aan te leggen. Vreest men dat bij het gebruik van het standvizier de loodrecht opge zette klep door den schok zou neerslaan, dan is dit gemakkelijk te ver helpen door op een der zijvleugels een klein stiftje aan te brengen even voorbij den loodrechten stand der klep, waartegen deze dan leunt. Afgescheiden van het bovenstaande zal, gelooven wij, de klep normaal beter geplaatst zijn op haar voetstuk, waarop zij past, dan voorover op den ronden loop, waar zij den man bij de behandeling van het geweer hinderlijk is. Na het bovenstaande is het, gelooven wij, niet gewaagd om de conclusie te maken, dat de normale stand van onze vizierklep moet zijn vop het voetstuken meenen gerust als wensehelijk aan te mogen bevelen, die kleine verandering te bewerkstelligen, waarvoor slechts een kleine leger order van een regel of twee noodig is. E. A. v. W.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 420