412 deze minstens tot aan deEkkersrijt vooruit to schuivenvanwaar het voorliggende terrein goed is te overzien en zij dus het best reeds dadelijk hunne taak konden aanvangen, namelijk den vijand waarnemen en c. q. diens waarnemen verhinderen 251 „Voorschrift op den velddienst voor het Nederlandsche leger"). Door zich te streng vast te houden aan de bepaling, dat de troepen niet eerder de beweging mochten aanvangen dan op het in de opdracht aangegeven uur, gingen alle voordeelen van het optreden der cavalerie als zelfstandig ver kenningskorps vóór de brigade verloren, en zoude het dus in dit bij zondere geval rationeel geweest zijn, indien aan den Leider de machtiging ware verzocht, de cavalerie vóór het uur van afmarsch der brigade naar 's vijands zijde vooruit te zenden (1). Eene vergelijking der in de opdrachten aangegeven tijdstippen, waarop de beide brigades den marsch moesten aanvangen, zal doen zien, dat reeds bij het ontwerpen dier opdrachten, door mij gerekend is op een zelfstandig optreden der cavalerie van de 2e brigade; nu dit niet is geschied, laat zich het spoedig ontmoeten van de cavalerie der le brigade door die der 2e verklarenwaarbij nog gevoegd moet worden, dat er een verschil in het tijdstip van aanvang der beweging voor beide partijen is geweest, hetgeen later voorkomen werd door de regeling der horloges op dat van den Chef van den Staf der Divisie. Hoezeer de commandant der cavalerie geheel in overeenstemming met het bepaalde bij punt 8 (2e alinea) handelde, door de drie eskadrons over drie ongeveer evenwijdige wegen vooruit te doen gaan, en deze handelwijze dan ook door den commandant der 2e brigade wordt goedgekeurd, had hij echter naar mijne meeuing gebruik moeten maken van de hem in de 4° alinea verleende bevoegdheid, om van die aanbevolen splitsing af te wijken en zulks met het oog op de richting van den spoorweg Eindhoven Bo k s t el, die bij vredesmanoeuvres als eene terreinhindernis moet worden beschouwd. Door dien spoorweg toch zoude het ondersteunen van het linkereskadron, dat ten Westen van den spoorweg marcheerde, door dat op den straatweg den (l). Deze opmerking is o. i. niet billijk. Wanneer voor den aanvang der beweging een bepaald uur is aangegeven, mag men van de bevelhebbers niet verwachten dat zij zullen vragen,, daarvan voor de cavalerie te mogen afwijken. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 437