414 gegeven last, om zich naar den rechtersleugel der brigade te begeven, ten einde aldaar tot dekking der artillerie te dienen. Yoor dat doel waren reeds het 2e en 5e eskadron aanwezig; in plaats van het 4° eskadron dien flankmarsch van den linker- naar den rechtervleugel der brigade te doen verrichten, ware het beter geweest dat eskadron met de bescherming van den linkervleugel te belasten en het op te dragen, van die zijde de vervolging van den vijand te ondersteunen. Waren van den beginne af aan de drie eskadrons ten Oosten van den spoorweg gebleven en was hoogstens één peloton ten Westen daarvan uitgezonden, dan zoude, na de ontwikkeling van de 2e brigade tot het gevecht, de gezamenlijke cavalerie "zich op den rechtervleugel hebben kunnen bevinden en het mogelijk zijn geweest haar langs een omweg achter den linkervleugel der vijandelijke stelling verrassend in den rug des vijands te doen optreden. De op blz. 406 vermelde beweging in de richting van Kivits Bleek kan geen aanspraak maken op „verrassing"; zij heeft dan ook niet tot eenig resultaat geleid. Kunnen de handelingen van het 1° eskadron, bij de le brigade ingedeeld, en de verdere ontwikkeling van de troepen der 2e brigade in het gevecht over het algemeen mijne goedkeuring wegdragen, om trent den opmarsch van de 1° brigade kan ditzelfde niet worden gezegd. Zoo bestond o. a. geen onderling verband tusschen de voor- en zijtroepen met den hoofdtroep der voorhoede, hoofdzakelijk tengevolge van een te snel marschtempo aan het hoofd der colonne. Reeds te 10 uur 15 min. v. m. was de voortroep M. P. 24 genaderd en had alzoo van af »de Roskam een afstand van 8750 M. afgelegd, of per uur gemiddeld 5000 M., d. i. dus 500 M. meer dan bij eeue snelheid van 100 pas in de minuut, welke bij afdeelingen ter sterkte van de brigade mag worden gevorderd. De gevolgen van het niet onderhouden van een naar de sterkte van den troep geëvenredigd marschtempo vooral in de nabijheid des vijands waren dan ook zeer merkbaar door het achterblijven der zijtroepen, welke uit den aard der zaak toch reeds zich niet .zoo snel kunnen bewegen als de hoofdtroep, die in den regel een harden weg volgt. Aan dit achterblijven moet dan ook vermoedelijk worden geweten, dat de commandant der voorhoede aan de voorste compagnie van den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 439