416
mandant der le brigade de last gegeven 1200 M. terug te gaau.
Tengevolge van de langzame uitvoering van dezen terugtocht en met
het oog op het vergevorderde uur zag ik mij genoodzaakt de manoeuvre
te laten eindigen, alvorens aan den gegeven last geheel was voldaan.
Na afloop der manoeuvre en de bespreking daarvan, gedurende welken
tijd de troepen op de plaats rustten, marcheerden de onderdeelen der
beide brigades naar hunne kantonnementen, terwijl aan weerszijden
door 1 bataljon infanterie en 1 peloton cavalerie de voorposten werden
betrokken en wel door de le brigade tót dekking van het hoofdkantoune-
ment Best, door de 2e brigade tot dekking van het hoofdkantonnement
"W o ens el. De opstelling der voorposten is op de kaart aangegeven.
Ingevolge de aan den voorpostencommandant gegeven instructie
strekte zich de bewaking naar de zijde van Eindhoven uit van
het Weverspad (ten Westen) tot aan den weg tusschen L a n g Ven
en S t a r t v e n (ten Oosten). Door het gros, dat ter hoogte van M. P.
23 het aangewezen bivak betrok, werden rechtstreeks 4 veldwachten
uitgezet, elke ter sterkte eener halve compagnie, en zulks overeen
komstig het door mij bepaalde. Aan de veldwachtcommandanten was
gelast, door patrouilles de overgangen van de Ekkersrijt in 't bij
zonder te doen observeeren en hunne stelling tot verdediging in te
richten, daar de bedoeling was, bij een vijandelijken aanval stand te
houden in de lijn der veldwachten en het gros ter ondersteuning te
doen oprukken.
Het gros der voorposten aan de zijde der 2e brigade was gebivak
keerd op de Woenselsche heide nabij M. P. 28. Ingevolge de
hem gegeven instructie, stelde de voorpostencommandant 4 veldwachten,
elke ter sterkte van 1 peloton infanterie, uit en bovendien 2 gedetacheerde
posten, elk van 1 korporaal en 3 man. Deze posten werden tot
8 u. n.m. door de cavalerie en daarna door de infanterie verstrekt.
Tot het invallen van de duisternis moest de cavalerie tot St. Oe-
denrode, Best en Oirschot patrouilleeren, terwijl, bij een vijan
delijken aanval, de veldwachten zoolang weerstand moesten bieden,
totdat het gros of een gedeelte er van ter ondersteuning kon oprukken.
De beide bivaks werden door de zorg der Intendance in gereed-