31 De aan den bevelhebber ingediende rapporten nopens eene excursie waren steeds hoogst eenvoudig en kort; de gedurende den tocht verzonden telegraphische berichten werden aangevuld door eene beknop te mededeeling van feiten zonder veel beschouwingen en door verwij zing naar eene bijgevoegde schets, waarop de marschrichtingen en bivaks met vermelding der datums waren aangegeven. De Britsche troepen en de Belooche's, aangeworven in het N. W. van Yóór-Indië (Afghanistan en Beloochistan), marcheerden zeer vlug en hielden het uitstekend vol, ook op zeer lange en moeielijke marschen; zij waren besluitvaardig in het optreden. De Madras-troepen marcheerden minder snel en waren minder volhardend en besluitvaardig. Waar ik zag vuren door de Infanterie was het vuur geheel in de hand en werd salvovuur afgegeven. Te Lepet-Toung zag ik dit af geven door scherpschutters, die daartoe uittraden, de afstand van 800 yards was juist geschat voor zoover dit was na te gaan. De weinige granaatschoten, die ik van uit het bivak Saikpoudoung op afstanden van 900 en 1000 yards zag afgeven, gaven mij geen hoogen dunk van de uitwerking der 7 16 bergkanonnen (gewicht 200 16); de trefkans overtrof niet die van onze 8 cM. Berg. Opmerking verdient nog het feit, dat de Generaal tweemaal des avonds de officieren en Britsche minderen uitnoodigde, zich om een groot bivakvuur te verzamelen, waar dan coupletten, ook door de officieren, werden voorgedragen, steeds eindigende met het zingen van „Rule Britanniaen. God save the Queen,\ Tocht in Taungwengyi-district van 21 Februari tot en met 18 Maart 1887 (zie schets D). Bij de beschrijving van den tweeden tocht, dien ik medemaakte, zullen enkele details worden weggelaten, ten einde niet te veel in herhalingen te vervallen. Het doel was, eene bende dacoitsdie onder een zeer bekend hoofd Khau-Minjan het Noordelijk deel van Taungwengyi-district (ten W. van het district Yamithin) onveilig maakte, op te sporen en zoo mogelijk te vernietigen. Zoowel van Pyinmana als van lramithin rukten hiertoe troepen der 3C brigade uit, terwijl tevens colonnes van het garnizoen Taungwengyi (6e brigade) zouden worden uitgezonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 44