426 oostwaarts om de vennen heengaande 's vijands linkervleugel te omtrekken. Wel ontving de troep daarbij vuur van de batterij bij Kivits Bleek, maar de commandant meende, dat dit de be weging niet zoude belemmerd hebben, daar de afstand naar zijne schatting 3000 M. (1) bedroeg en talrijke heuveltjes en kleine terrein plooien dekking verschaften, terwijl open gedeelten door de pelotons in versnelden gang werden overgetrokken. Ter hoogte van H ob e r g gekomen, moest de cavalerie echter op last van een der scheids rechters halt maken, aangezien de uitwerking van het artillerievuur te groote verliezen zoude hebben veroorzaakt; zij kon verder geen deel meer nemen aan het gevecht. Op het bepaalde tijdstip iu beweging gesteld, was de voorhoede der hoofdmacht ten 9 ure 40 min. v.m. geformeerd en werd zij ten 9 ure 45 min. v.m. door de hoofdcolonne gevolgd. De colonne zerte haren marsch ongehinderd voort tot 200 M. vóór M. P. 25, toen in front een hevig infanterievuur werd gehoord de voorhoede kwam in aanraking met de vijandelijke voorposten. Terwijl het voorhoedebataljon zich in gevechtsformatie ontwikkelde, kreeg de 2e sectie der 4e batterij bevel, ten N. O. van den straatweg in stelling te komen (10 uur 20 min. v.m De sectie nam aanvankelijk eene positie in 500 M. ten N. O. van den straatweg en vuurde op de vijandelijke batterij bij Kivits Bleek op 1650 M.de waarneming der schoten kon echter, ingevolge de beslissing van den aldaar aan wezigen scheidsrechter, uit deze stelling niet behoorlijk geschieden, daar eene voorwaarts en nabijgelegen heuvelrij zulks belette. Middelerwijl had het 2e bataljon zich ontwikkeld. Het plaatste naast de compagnie, die a cheval van den straatweg stond, nog 2 compagnieën in eerste linie, en wel de eene tusschen die aan deu straatweg en de sectie artillerie, de andere rechts van deze sectie. Hoezeer laatstbedoelde compagnie spoedig eenigszins vóór de artillerie kwam te staan, behoefde de sectie het vuur nog niet te staken; zij deed dit evenwel tegen 10 uur 30 min. v.m. om 300 M. meer voor waarts zeer nabij den straatweg, ongeveer 200 M. vóór M. P. 24, eene andere stelling in te nemen, van waaruit de vijandelijke batterij (1) In werkelijkheid is die niet meer geweest dan 2000 a 2500 M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 451