429
De noodverbandplaats, aanvankelijk gevestigd op hetzelfde punt
als bij de manoeuvre op 27 Augustus, werd bij het vooruitrukken
der hoofdmacht eveneens meer voorwaarts opgesteld. De hoofdver-
bandplaats werd toen wederom op eerstbedoeld punt opgericht.
Het formeeren, de bewegingen en het inrukken van den trein, ge
schiedde als bij de manoeuvre van den vorigen dag.
Opmerkingen en Beschouwingen.
De wijziging door den commandant der le brigade vóór den aan
vang der manoeuvre in zijne dispositie aangebracht ten opzichte van
het maken van geschutsemplacementen voor de artillerie toont aan,
dat het aanvankelijk niet goed gezien was de geheele artillerie alleen
op den linkervleugel van de stelling te plaatsen, daar toch de ge
steldheid van het terrein aangaf, dat een aanval voornamelijk te ver
wachten zoude zijn op het gedeelte tusschen den straat- en den spoorweg.
Het ware daarom beter geweest, indien op den rechtervleugel ge-
schutdekkingen waren opgeworpen voor de beide batterijen, en zich
niet alleen te bepalen tot het maken van dekkingen voor de stukken
van slechts ééne batterij.
De 5e batterij, die op den linkervleugel geplaatst was en tenge
volge van het bedekte terrein geen uitwerking kon hebben op de
aanvallende troepen, welke ten Westen van den straatweg voorwaarts
rukten, zoude alsdan in de gelegenheid zijn geweest, om naast de
6° batterij in de voor haar vooraf gereed gemaakte gedekte stel
lingen op te rijden en zoodoende in de laatste beslissende oogen-
blikken van het gevecht een werkzaam aandeel daaraan te nemen,
terwijl zij nu tot werkeloosheid was gedoemd. Mocht het evenwel
wenschelijk zijn geweest op den linkervleugel artillerie te behouden,
dan zoude toch, indien slechts ééne sectie meer op den rechtervleugel
geplaatst werd, deze gebruik hebben kunnen maken van die dekkingen,
welke haar alsdan tegen grooter verliezen, vooral van het moorddadige
infanterievuur, zoude hebben beschermd.
Door het maken dier geschutsemplacementen aan de genietroepen
op te dragen, worden deze niet alleen belast met de uitvoering van
werkzaamheden, welke de artillerie zelve kan en moet kunnen ver-
Dl. I, 1888. 28