4B6 Twee traversen op de zijfacen, elk lang 20 M., dienden tot dekking van de reserve; de keel werd gesloten door een infanterieloopgraaf voor knielende schutters en de ingang verdedigd door een travers. Yóór de front- en zijfacen werden ijzerdraadversperringen, ter breedte van 12 M., gelegd; deze werden echter niet gemaakt, doch alleen aangegeven door middel van borden. Tengevolge van de meening van den Brigadecommandant, dat in dit terreingedeelte, dat geheel buiten den bewakingskring van het hoofdkantonnemeDt Best viel, de oorlogstoestand eerst intrad op het uur, dat de stelling bezet moest zijn, werd het niet noodig geoordeeld den arbeid door andere troepen te doen dekken, terwijl tegen even- tueele cavaleriepatrouilles door een gedeelte der werkers zelf voldoen de veiligheid zoude kunnen worden verschaft. Toen dan ook tegen 7 uur 45 min.v.m. cavaleriepatrouilles zich vertoonden en deze kort daarna ge volgd werden door eene sterkere afdeeling cavalerie, waren de werkers genoodzaakt naar de karabijnen te grijpen en op de cavalerie te vuren; deze ging alsnu terug, doch bleef op grooten afstand obser- veeren, terwijl het werk verder, onder dekking van een peloton, door het andere peloton der compagnie werd voortgezet. Ten 8 ure 30 min. v.m. was het werk gereed en door 2 com pagnieën infanterie bezet. Tot 9 uur v.m. werden nog eenige ver beteringen aangebracht, o. a. verzwaring der traversen, enz., als wan neer de genietroepen het werk verlieten en na een rust van 45 min. afmarcheerden naar Moergestel, ten einde aldaar het kamp in orde te maken, dat na afloop der manoeuvre door de 3 compagnieën van het 1® bataljon zoude worden betrokken. Inmiddels waren de overige onderdeelen der brigade op het aan gewezen concentratiepunt aangekomen en namen deze achtereenvol gens de stelling in. Het veldwerk werd bezet door de le en 2e compagnie van het 4e bataljon, terwijl de 3® en 4e compagnie van dat bataljon ten Oosten en voorwaarts van dat werk werden geplaatst. Het detachement mariniers nam stelling a cheval van den Eindhovenschen dijk in werkelijkheid een holle weg en in het golvende terrein benoorden dien weg; daaraan sloot zich het le bataljon aan met 3 compagnieën in le linie en den linkervleugel aangeleund aan het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 461