448
De bewakingskring der voorposten voor Moergestel strekte
zich, ingevolge de aan den voorpostencommandant gegeven instructie,
uit van Het Broek (ten Z. van den grintweg Moergestel
Oir schot) tot aan de Rosep (ten N. van dien grintweg). Het
gros betrok een bivak ten O. van Moergestel, 200 M.
ten O. van de herberg De heilige Boom, terwijl 4 veld wachten,
elk ter sterkte eener halve compagnie, worden uitgezet. In verband
met het bedekte terrein werd de keuze van de lijn van weerstand
overgelaten aan den voorpostencommandant, die daarvoor de lijn der
veldwachten bestemde en aan de veldwachtcommandanten den last
gaf hunne stelling zoo noodig tot verdediging in te richten.
Door den commandant der voorposten voor Oir schot, waarvan
het gros aan en ten N. van den grintweg Oir scho t Moer ges tel,
bij den ingang van den weg naar d e Oranj e b o o m, het aangewezen
bivak betrok, werd ééne compagnie vooruitgeschoven naar d e O r a nj e-
boom en ééne compagnie eveneens naar het snijpunt van de wegen,
welke van het bivak in Z. W. en van Spoordonk in Z. richting
naar Kapel leiden. Elke compagnie moest zich als voorpostendetache
ment beschouwen en 3 veldwachten, elk ter sterkte van eene sectie,
verstrekken, deze (met de schildwachtenketen aan de Beer ze) op
250 M. achter dit riviertje opstellen, en door de veldwachten,
waarbij geen overgangen waren, loopbruggen voor het overlaten der
sluippatrouilles doen vervaardigen, terwijl de vaste bruggen in staat
van tegenweer gebracht moesten worden. De vierde sectie van elke
compagnie bleef als ondersteuningspost op de voor het voorposten
detachement aangewezen plaats.
Bij een aanval moesten die versterkte bruggen worden verdedigd,
en de veldwachten No's. 2, 4 en 5 respectievelijk aansluiten bij de
veldwachten No's. 1, 3 en 6.
De cavalerie moest tot 7 uur 's avonds en van 7 uur 's morgens de brug
gen bij Balsvoort en bij Baasterhoef met een half peloton bezetten,
terwijl door het gros verkenningspatrouilles zouden worden uitgezonden
naar Klein Oisterwijk en naar het boschachtige gedeelte ten N. van
De Holle Reijt. Omtrent de opstelling der veldwachten en ondersteu-
ningsposten bij de 2e brigade moet worden opgemerkt, dat de afwijking
van het in de Algemeene Order bepaalde, dat de veldwachten overeen-