461
in de korrels van dit buskruit vele microscopische kanaaltjes, die
vooral bij gering S. Gr. zeer talrijk waren.
De inwendige loopsruimte van ons geweer, meer dan tweemaal
grooter zijnde dan die van H.'s wapen, zoo zal, zelfs bij gelijke
lading, de gasspanning in het laatste veel hooger wezen en die hooge
spanning uitgeoefend worden op een ongeveer anderhalf maal kleiner
zieloppervlakdit is de hoofdoorzaak der grootere metaaldikte van
H.'s loop.
Yan het verbrandingsproces geeft H. de volgende voorstelling.
De slagsasvuurstraal ontsteekt eerst het grootste en wel het achterste
deel der lading, waardoor terstond eene hoeveelheid gas gevormd
wordt, welke het voorste deel tegen den kogel drukt en samenperst
tot een cylinder, die, het projectiel in zijne beweging volgende, gaan
deweg verbrandt; op deze wijze kan het gebeuren en dit heeft men
ook wel bij de tegenwoordig gebruikelijke geweren opgemerkt dat
de kogel den loop verlaat, alvorens de cylinder geheel verbrand is,
zoodat dan enkele korrels onverbrand naar buiten geslingerd worden.
Eene aanvangssnelheid van 600 M. verlangende, besloot hij het
gewicht der lading op 5.4 Gr. te brengen en, ten einde de patroon
lengte zoowel als de hulswijdte binnen bepaalde grenzen te houden,
het buskruit samen te persen tot eene compacte massa. Dit kan
geschieden vóór het inbrengen in de huls, dan wel daarna; in beide
gevallen zal men het, tot hermetische omklemming des kogels be
stemde, vooreind der huls, eerst nadat deze van de gecomprimeerde
lading is voorzien, mogen vernauwen, zoodat het niet mogelijk zal
zijn haar meermalen te gebruiken. Het was voornamelijk deze
overweging, die H. op het denkbeeld bracht, eene tweedeelige huls
te construeeren. Het kegelvormige, losse achtereind moet door ma-
chinalen druk in de, inwendig eveneens kegelvormige, eigenlijke huls
geschoven worden, totdat de randen, die men aan de achtereinden
van beide deelen opmerkt, tegen elkaar sluiten. Het inschuiven
geschiedt, nadat de lading in de eigenlijke huls zóódanig samenge
perst is, dat in het midden een kegelvormig kanaal en van achteren
de noodige ruimte tot opname van het losse achterlid openblijft; het
ontstekingsmiddel ligt in het midden van den bodem.
Wat de afmetingen betrof, bereikte H. op deze wijze zijn doel,
Dl. I, 1888 30