- 463
van samenpersing zóódanig te regelen, dat de ruimten tusschen de
korrels geheel of zoo goed als geheel verdwijnen en dus alleen de
microscopische kanaaltjes overblijvenvoorts wijst hij op de nood
zakelijkheid om in dat geval snelverbrandend buskruit te gebruiken.
Weldra bleek het, dat hij zich niet bedrogen had, want kort voordat
hij zijn werk het licht deed zien, kwam van de buskruitfabriek
Cramer und Buchholz te Rönsahl het heuglijk bericht, dat aldaar
zoomede te Keulen goed geslaagde proeven genomen waren met
samengeperste ladingen van 5.4 G. (1.41 volstrekte dichtheid), waar
door het projectiel eene aanvangssnelheid van 607 M behaalde.
Ook kwam H. ten laatste tot het besluit voortaan in- en uit
wendig vernikkelde, stalen hulzen te gebruiken, omdat zij boven de
messingen zulke groote voordeelen bezitten. Het bezwaar van klem
ming bij sterke uitzetting der kamer komt bij hen niet voor, omdat
zij even elastisch zijn als het loopmetaal; nimmer vertoonen zij
blijvende vormverandering, hetgeen bij messingen altijd in geringe mate
het geval is; zij scheuren niet, wegen 0.9 G. minder, kunnen meer
gebruikt worden en zijn even duurzaam.
Het laat zich begrijpen, dat een looden kogel, die met groote
snelheid geperst wordt door een loop, waarin trekken aanwezig zijn
van slechts 12 cM. spoed, door de krachtige wrijving vele van zijne
buitenste metaaldeeltjes verliezen moet, waardoor spoedig eene zeer
sterke loodafzetting waarneembaar zal zijn.
Door deze omstaudigheid zag H. zich dan ook gedwongen, naar
een materiaal van meer weerstandsvermogen om te zien en zoo kwam
hij, na talrijke proeven met verschillende metaalsoorten, ten slotte tot
het gebruik van een hardlooden kogel, met uitzondering van het
achtervlak geheel gewikkeld in een vernikkeldenstalen mantel
die van voren wat dikker, maar van achteren ongeveer zoo dun als
het zoogenaamde mailpapier en daardoor uitermate buigbaar is, zoodat
hij zich gemakkelijk plooit naar de vormverandering, die het lood
tengevolge van de insnijding der velden ondergaat; de mantel is zóó
innig met de kern verbonden, dat beide deelen niet gescheiden
kunnen worden.
Yan te voren had H. ook koper en messing als omhulzel gebezigd,