36 Den llen vergezelde ik eene patrouille in het heuvelterrein Oostwaarts van Baw, alwaar een 8tal dacoits verrast werden, die onmiddellijk de vlucht namen op een steilen heuvel, ontoegankelijk voor Cavalerie; een Stal ruiters was echter in een oogwenk afge stegen, om de dacoits met de karabijn te vervolgenzij schoten er 4 neer, waaronder een zeer bekend bendehoofd Meeta-Boh, die uit Pyinmana-district gevlucht was, en maakten eenige geweren en blan ke wapens buit. Bij dezen tocht werd gemarcheerd met eene linie van éclaireurs in front, die ondanks het moeielijke, met bamboe begroeide heuvelterrein, goed wisten vooruit te komen. Na een marsch van 27 Engelsche mijlen keerden wij te Myobintha terug. Ook den 12™ werd in verschillende richtingen gepatrouilleerd, waarbij te Konyegin 19 dacoitsdie zich in het dorp schuilhielden, werden gevangen genomen, terwijl eene andere patrouille een zestal dacoits in de rimboe opjoeg, die echter na vuur gegeven te hebben ontsnapten. Den 13™ keerde de Deputy-commissioner naar ïaungwengyi terug, waarheen tevens een escorte vertrok, om, vivres te halen. De colonne marcheerde dien dag naar Konyegin, waar de wapens der op den vorigen dag gearresteerde dacoits werden opgespoord, en vandaar naar Kangi (15 Engelsche mijlen)de colonne-commandant had nl. besloten, het Noordelijk deel van Taungwengyi-district doorkruisen de, naar Mehtila het nieuwe hoofdkwartier der 3e brigade te marcheeren, vooral omdat het meer en meer bleek, dat Khau-Min- jan uit deze streek gevlucht was en zijne geheel opgeloste bende in kleine troepjes een toevlucht in de wildernis gezocht had, zoodat geen noemenswaardig succes van het voortzetten van den tocht te verwachten was. Den 15™ marcheerde de colonne naar Thyijoung (23 Engelsche mijlen), dan 16™ naar Magyigon (14 Engelsche mijlen), den 17™ naar Maungdé (22 Engelsche mijlen) en den 18™ naar Mehtila (10 Engel sche mijlen). Op dezen terugweg waren nog eenige dacoits gedood en gevangen genomen. Gedurende de laatste week van deze excursie werd veelal te 4 uur 's ochtends afgemarcheerd, ten einde bij het aanbreken van den dag een of ander verdacht dorp te kunnen omsingelen en dacoits te ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 49