DE PRACT1SCHE OEFENINGEN BIJ DE VELD
EN BERG BATTERIJEN.
Waren verschillende overplaatsingen oorzaak, dat ik niet eerder de
practische oefeningen van een veld- of bergbatterij bijwoonde, in 1887
werd ik daartoe tijdens mijne detacheering bij het Hoofdbureau van
den Generaleu staf in de gelegenheid gesteld, en trof het toeu bij
zonder, aangezieu de le bergbatterij (18e compagnie artillerie),
welke ik naar Batoe Djadjar vergezelde, een viertal maanden te voren
met het nieuwe achterlaadgeschut was bewapend.
Naar aanleiding van die oefeningen wensch ik enkele zaken te
bespreken.
Het Schijfschietterrein.
Een geheel vlakke' terreinstrook, 5000 M. lang en 600 M.
broedziedaar het schijfschietterrein voor de artillerie te Batoe Djadjar
Een uitstekend terrein alzoo voor de werkzaamheden van een com
missie van proefneming en voor de vuuroefeningen van de vesting
artillerie, omdat daar een voldoend lange rooilijn op den voorgrond
staat; bepaald ongeschikt evenwel voor die met beweegbaar geschut
De vuuroefeningen van veld- en bergartillerie toch mogen niet be
staan uit een botweg langs de rooilijn nadereu van het doel om daarop,
na hier of daar in die lijn stelling te hebben genomen, een zeker
aantal projectielen te verschietenaan elk van die oefeningen behoort
wel degelijk een eenvoudige tactische onderstelling ten grondslag te
liggen, en kan het dus niet anders of het terrein, 't welk voor de
uitwerking er van is bestemd, moet evengoed breedte als lengte bezitten,
in hoogte afwisselen en spaarzaam met terreinvoorwerpen zijn bedekt.
Bestaat wellicht nog de mogelijkheid het schietterrein te Batoe
Djadjar op doelmatige wijze uit te breiden? ziedaar een vraag,
Dl. I, 1888 31