478 waarop de kaart van het omliggende terrein een beslist antwoord geeft. Ten Zuiden van de Z. O.-N. W. loopende rooilijn is uitbreiding onmo gelijk op weinig meer dan een kilometer afstand kronkelt zich reeds de Tjitaroem in ongeveer evenwijdige richting en wordt de halve breedte van het tusschengelegen terrein nog door tal van kampongs ingenomen. Ten Noorden van de rooilijn is de toestand echter geheel anders en strekt zich over haar geheele lengte een terrein uit, 't welk op een breedte van meer dan 4000 M. slechts hier en daar een hoogst onbeduidende kampong van meestal slechts enkele woningen vertoont een terrein, dat voor niet meer dan hoogstens één vierde uit sawah bestaat, voor de rest onbebouwd ligt en zich doobaanzienlijke hoogte verschillen, waaronder van 40 a 50 M. bijzonder eigent tot het uitwerken van eenvoudige onderstellingen. Slechts weinig onkosten zou het mijns inziens met zich brengen, om zich het noodige gebruik van deze terreinstrook te verzekeren. Wel zou de bevolking haar moeten ontruimen, doch de opgezetenen zijn weinig in aantal, behoeven zich slechts over een afstand van hoog stens drie palen in noordelijke richting te verplaatsen, en kunnen zonder eenig bezwaar voortgaan met het bebouwen van de binnen het bedoelde terrein gelegen sawahs, daar deze juist braak' liggen wanneer de batterijen gedurende de maanden Augustus en September te Batoe Djadjar zijn. Schijfmateriaal. De doelen, waarop werd gevuurd, 't zij dat zij infanterie of artillerie in haar verschillende formatiën, dan wel een versterking moesten voorstellen, bestonden steeds uit wit linnen schijven. Gaat men nu na dat bij alle oefeningen moet worden vooropgesteld, de werkelijkheid zooveel mogelijk nabij te komen, dan bleek het mij dat genoemde soort schijven om twee redenen niet voldoen. Vooreerst komt het bijna altijd voor dat twee of meer schijven recht voor elkander komen te staandoorboort nu, wat dikwijls het geval zal zijn, een scherf of kogeltje meer dan één schijf, dan heeft dit natuurlijk ten gevolge dat de uitwerking overdreven gunstig wordt voorgesteld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 503